Artikel
30 sep '22
30 september '22
3 min

5 vragen over de registratie CO₂ – uitstoot van medewerkers

De verwachting is dat op 1 juli 2023 het Besluit werkgebonden personenmobiliteit in werking treedt. De verplichtingen in dit besluit vloeien voort uit het Klimaatakkoord, waarin afspraken staan over het terugdringen van de CO₂ - uitstoot. Op dit moment is het Besluit werkgebonden mobiliteit in behandeling bij de Tweede Kamer.

1. Wat houdt het Besluit werkgebonden personenmobiliteit in?

In het Klimaatakkoord is afgesproken om broeikasgassen in het verkeer (CO₂ – uitstoot) te verminderen. Met dat doel zijn grote werkgevers vanaf 1 juli 2023 verplicht gegevens aan te leveren voor het woon-werk en zakelijke verkeer van medewerkers (‘de rapportageplicht’). Het concrete doel is om 1 megaton CO₂ – winst in 2030 te realiseren. Als organisaties goed op koers liggen, blijft het bij rapporteren. Als het niet lukt, krijgen ze vanaf 2025 een verplichting om slimmer en zuiniger te reizen. De registratieplicht en bijbehorende rapportageplicht zijn jaarlijks terugkerende plichten. Werkgevers moeten ieder jaar, uiterlijk op 30 juni, rapporteren over het werkgerelateerd reisverkeer van hun medewerkers over het voorgaande kalenderjaar.

2. Voor wie gelden de verplichtingen uit het Besluit werkgebonden personenmobiliteit?

De verplichtingen gelden voor werkgevers die op 1 januari van het kalenderjaar waarover zij rapporteren 100 of meer medewerkers in dienst hebben. Met medewerkers wordt bedoeld: de persoon met een arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling, die minstens 20 uur per maand betaalde arbeid verricht volgens zijn arbeidsovereenkomst of aanstelling. Dit betekent dat bijvoorbeeld oproepkrachten met een nulurencontract, vrijwilligers, zzp’ers en ingeleende krachten (uitzendkrachten of gedetacheerden) niet meetellen.

3. Waarover moet je rapporteren?

Werkgevers moeten rapporteren over het woon-werkverkeer en alle zakelijke ritten waarvoor de medewerker een financiële vergoeding ontvangt of waarvoor aan de medewerker een vervoermiddel ter beschikking is gesteld. Het gaat dus om reizen met een leaseauto of bedrijfsauto, maar ook om reizen met de eigen auto, scooter, motor of (brom)fiets als de medewerker voor die reizen een financiële vergoeding krijgt. Verder geldt de registratieplicht ook voor reizen die de medewerker met het openbaar vervoer aflegt en die de werkgever vergoedt (bijvoorbeeld bij gebruik van een NS businesscard of declaraties van treinkaartjes). Werkgevers moeten het aantal reizigerskilometers voor woon-werkverkeer en zakelijke mobiliteit, de gebruikte vervoermiddelen en het brandstoftype voor bromfiets, scooter of motorvoertuig rapporteren. De werkgever hoeft daarbij niet op medewerkersniveau te rapporteren, maar mag verslag leggen van de totalen van de gehele organisatie (alle medewerkers en locaties samen).

4. Moet je de CO₂ – uitstoot zelf berekenen?

Werkgevers hoeven de CO₂ – uitstoot niet zelf te berekenen. Voor de rapportage en berekening komt een digitaal platform via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

5. Vanaf wanneer moet je rapporteren?

De regelgeving gaat naar verwachting op 1 juli 2023 in. Maar werkgevers zijn niet verplicht om in 2023 over kalenderjaar 2022 te rapporteren. Dit is vrijwillig. Uiterlijk op 30 juni 2024 moeten werkgevers rapporteren over kalenderjaar 2023.

In dit artikel bespreekt Lydia van Bokhoven – van der Burght, jurist arbeidsrecht en HRM van het HRM-kennissysteem RAP bij IJK het besluit werkgebonden mobiliteitsbeleid. Wil je meer weten, kijk dan op de website van RAP.