Artikel
17 jun '21
17 juni '21
4 min

50-plussers doen er goed aan zich tijdig bij te scholen

Tijdens de coronacrisis heeft bijna een vierde van de Nederlanders meer belangstelling voor leren gekregen. Een uitzondering hierop zijn 50-plussers. Zo laat onderzoek zien. Ze gaan vaak pas over tot actie bij dreigend ontslag, maar ze kunnen zich beter al eerder bijscholen.

Wendy Simonse (50) is energiebesparingsadviseur bij de rijksoverheid. Ze volgt een opleidingstraject inclusieve arbeidsorganisaties. De rijksoverheid wilde haar opleiding betalen. Ze mocht deze onder werktijd volgen. Bovendien kreeg ze de gelegenheid om tijdelijk bij het team diversiteit en inclusie te werken. Simonse merkte dat oneerlijke behandeling van mensen die geen gelijke kansen krijgen op de arbeidsmarkt haar in haar hart raakte. “In eerste instantie was ik niet van plan een opleiding te volgen, maar toen ik zocht naar banen in die richting, merkte ik dat ik er nooit tussenkwam, doordat ik geen HRM-papieren heb.”

Leeftijdsdiscriminatie

Volgens Beatrice van der Heijden, hoogleraar strategisch human resource management aan de Radboud Universiteit, is het slim dat een begin-vijftiger, zoals Simonse, naar de toekomst kijkt. “Misschien ben je nu heel tevreden, maar is de kans groot dat je baan over een paar jaar wordt weggeautomatiseerd. Als je op je 58ste vastloopt, heb je een groot probleem. De leeftijdsdiscriminatie op die leeftijd is heftiger dan wanneer je eind veertig bent”, aldus Van der Heijden. Ze vult aan dat 50-plussers zich van leeftijdsgenoten kunnen onderscheiden met actuele kennis en vaardigheden.

Bij- en omscholing tijdens corona

De meerderheid van de 50-plussers lijkt echter geen zin te hebben in een cursus of opleiding. De coronapandemie heeft de leergierigheid van de beroepsbevolking wel bevorderd, maar niet die van oudere werknemers. Dit stelt onderzoeksbureau Panel Inzicht na een onderzoek in opdracht van Intermediair en Springest onder duizend respondenten. Het afgelopen jaar heeft bijna een kwart van de respondenten tussen de 18-67 jaar zich bij- of omgeschoold. Het gaat vooral om mensen tussen de 18 en 34 jaar oud, gevolgd door de groep 35 tot 49-jarigen. Bij de oudere ondervraagden (50-67 jaar) is er nauwelijks belangstelling voor scholing. Van de oudere respondenten die niets hebben ondernomen, zegt 38 procent er geen behoefte aan te hebben. Daarnaast gelooft 21 procent niet in het nut ervan. Ook heeft 20 procent geen ambities.

Ander tijdsperspectief

Eerder concludeerden het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en onderzoeksbureau Multiscope al dat 50-plussers minder vaak een opleiding of cursus volgen. Van der Heijden denkt dat 50-plussers zich minder vaak willen ontwikkelen, omdat tijdens de midlife-periode voor veel mensen het perspectief op tijd verandert. “Als 18-jarige denk je misschien: wat leuk, een cursus Spaans, dat komt vast ooit van pas. Oudere werknemers willen nieuwe kennis en vaardigheden direct kunnen toepassen in hun werk. En als het niet aansluit, zien ze er het nut niet van in.”

Boventallig

Rob Witjes, hoofd van de afdeling arbeidsmarktinformatie en –advies bij het UWV, komt nog met een andere uitleg waarom bepaalde groepen 50-plussers minder leergierig zijn. Volgens hem zijn veel werkenden van die leeftijd tevreden met hun baan en collega’s, loyaal naar hun werkgever en werken ze hard. “Hierdoor hebben ze misschien het gevoel dat ze nodig zullen blijven. Ze wanen zich veilig en achten de kans dat ze boventallig worden verklaard klein. Ze zien dus niet altijd direct in waarom ze zich zouden bijscholen. Vaak komen ze pas echt in beweging als ontslag dreigt, maar het is juist slim om al eerder bij te scholen”, aldus Witjes.

Taboe

Het kan ook een rol spelen dat het voor oudere werknemers een taboe is om hun werkgever om opleidingsmogelijkheden te vragen. Daarmee denken de werknemers een signaal te geven dat ze weg willen. Als ze niet om scholing vragen, houdt dat namelijk niet in dat ze niets nieuws willen leren. Witjes stelt dat ze wel in actie komen als de noodzaak er is bij bijvoorbeeld ontslag of een dreigende reorganisatie. “Van alle WW’ers die scholing volgen bij het UWV is meer dan de helft ouder dan 45 jaar.”

Jongere werknemers

Werkgevers mogen volgens Witjes hun vijftigplus-werknemers meer stimuleren om zich te blijven ontwikkelen. Hij benadrukt dat dat ook in hun eigen belang is, omdat werknemers anders gaan stagneren en uiteindelijk disfunctioneren. Van der Heijden onderstreept dat. “Werkgevers investeren liever in jongere werknemers, omdat ze denken daar langer de vruchten van te kunnen plukken, maar dat is niet zo. Het verloop onder jongere werknemers is veel hoger en oudere werknemers zijn dus veel loyaler naar hun werkgever. De kans dat oudere werknemers weggaan, is veel kleiner.”

Blijven ontwikkelen

Van der Heijden vindt dat cursussen volgen en jezelf blijven ontwikkelen een noodzakelijke voorwaarde is geworden, omdat functies zo snel veranderen. Dat geldt overigens voor alle leeftijden. De tijd dat iemand een opleiding deed, daarna een vak uitoefende en zijn of haar loopbaan in één functie doorliep, is allang voorbij.

Bron: Volkskrant.nl