Artikel
9 sep '19
9 september '19
4 min

9-tot-5-mentaliteit: blijft de achturige werkdag nog bestaan?

Werkgevers vragen in vacatures steeds vaker een werknemer zonder ‘9-tot-5-mentaliteit’. Toch is de achturige werkdag na 100 jaar nog steeds de norm. Het is namelijk een eeuw terug dat de Tweede Kamer stemde voor werkdagen van acht uur in fabrieken, kantoren en werkplaatsen.

Volgens arbeidseconoom Joop Schippers van de Universiteit Utrecht is er wel degelijk wat veranderd. “Er is veel meer flexibiliteit dan vroeger. Steeds meer werknemers en natuurlijk zzp’ers kunnen zelf hun begin- en eindtijden bepalen.” Schippers benadrukt dat we bovendien de afgelopen honderd jaar minder zijn gaan werken. Acht uur per dag werken is dan wel al een eeuw de norm, maar tot begin jaren 60 gebeurde dat zes dagen per week. De vrije zaterdag bestaat pas sinds 1960. “Inmiddels werken steeds meer mensen 36 uur, dus op sommige dagen al minder dan acht uur”, aldus Schippers.

Werk-en-privébalans

Van Jan de Leede, universitair docent HRM aan de Universiteit Twente, mag er nog wel wat af van die 36 uur. Werkdagen van zes uur zouden de norm kunnen worden. “Dat leidt tot een hogere productiviteit, minder stress en minder ziekteverzuim. Ook wordt de balans tussen werk en privé hersteld, een van de grote issues van de huidige arbeidsmarkt.”

Zweeds experiment

Zweden heeft de kortere werkweek al volop getest. Er was toen inderdaad minder ziekteverzuim en werknemers hadden minder stress. De proef bleek echter vooral in de publieke sector tot hoge kosten te leiden. Een deelnemend verpleeghuis moest bijvoorbeeld extra mensen aannemen voor het opvullen van de ‘verloren’ uren.

Hogere productiviteit

Janneke Plantenga, hoogleraar economie aan de Universiteit Utrecht, vindt dat logisch, omdat minder uren werken niet altijd ook een hogere productiviteit betekent. “In sommige beroepen is productiviteit gekoppeld aan aanwezigheid, vooral in de zorg en het onderwijs. Je bent daar in zes uur niet ineens productiever dan in acht uur.”

Meer werken

Plantenga stelt dat de discussie in Nederland niet alleen moet draaien om minder werken, maar ook om meer. “Nergens is het verschil in gewerkte uren tussen mannen en vrouwen zo groot als in Nederland. Prima wanneer mannen minder gaan werken, maar vrouwen werken massaal in deeltijd. Die zouden juist méér uren kunnen werken.”

Deeltijdwerk

Die scheve verdeling komt volgens Plantenga door de ‘deeltijdklem’. “Onze hele maatschappij is ingericht op deeltijdwerk. Denk aan schooltijden en kinderopvang. Daardoor worden mensen – nog altijd vooral de vrouwen – eigenlijk gedwongen tot parttimewerk.”

Zorg en onderwijs

Werkgeversorganisatie VNO-NCW vindt dat de uitdaging ligt in hoe we in “onze deeltijdcultuur” meer uren kunnen gaan werken. “Korter werken klinkt misschien leuk, maar door de krapte en de vergrijzing zal dat juist averechts uitpakken”, aldus een woordvoerder van VNO-NCW. Extra handen in bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs zijn volgens de werkgeversorganisatie nu al lastig te vinden, laat staan als mensen ook nog minder gaan werken.

Kortste werkweek EU

Cijfers van het CBS laten zien dat de gemiddelde Nederlandse werkweek (inclusief het parttimewerk) relatief al heel kort is. “Het aantal mensen dat minder uren wil werken neemt toe. Tegelijk hebben Nederlanders met afstand de kortste werkweek van de EU (en waarschijnlijk ter wereld)”, aldus Peter Hein van Mulligen van het CBS.

Zorgtaken

Universitair HRM-docent De Leede blijft toch achter het minder werken staan. “Ik zie de bezwaren, maar roep wel op tot meer experimenten. Want als de voltijdsnorm voor iedereen naar beneden gaat, kan er bijvoorbeeld ook meer evenwicht komen tussen mannen en vrouwen. Niet alleen op de arbeidsmarkt, maar ook in bijvoorbeeld de verdeling van eventuele zorgtaken.”

32-urige werkweek

Arbeidseconoom Schippers denkt dat die voltijdsnorm nog wel omlaaggaat. “Het kan goed zijn dat we over twintig jaar een 32-urige werkweek als de standaard zien.” Dat past volgens hem bij een beweging die al veel langer bezig is en gewoon doorloopt. “We zijn gemiddeld steeds minder gaan werken naarmate onze welvaart toenam. Bij een stijgende welvaart gaan we meer uitgeven aan consumptiegoederen en willen we meer vrije tijd. Dat is al gaande sinds de tweede helft van de negentiende eeuw. Eerst werden kinderen tot een bepaalde leeftijd vrijgesteld van arbeid, daarna ouderen en vervolgens zijn we gaan snijden in de uren.”

Achturige werkdag

De achturige werkdag gaat terug tot het Groot-Brittannië van het begin van de negentiende eeuw. Daar was de industrialisatie al vol op stoom gekomen. Werknemers, waaronder kinderen, hadden werkdagen van twaalf tot zestien uur en dat zes dagen per week. In 1817 pleitte de Britse katoenondernemer Robert Owen daarom al voor een achturige werkdag, onder de slogan ‘Eight hours labor, eight hours recreation, eight hours rest’. Later in die eeuw werd acht uur werken per dag echt de norm. Dat gebeurde het eerst in Australië in 1856. Amerikaanse vakbonden wilden vanaf 1 mei 1886 een achturige werkdag. De eerste mei kreeg later in de rest van de wereld bekendheid als de Dag van de Arbeid.

Bron: NOS