Interessante vraag, of niet dan? Ik las laatst een artikel in Psychologie Magazine en merk dat die vraag me naderhand flink bezighoudt. In het betreffende nummer kwam het uitgebreide onderzoek van Adam Grant aan bod naar geef- en neemgedrag op de werkvloer. Juist collega’s die geven, blijken uiteindelijk het meest te ontvangen. Dat wil zeggen: als ze het met beleid doen, zo stelt de Amerikaanse arbeids- en organisatiepsycholoog Grant. Ik neem u graag mee langs de hoofdlijnen van het artikel.
Grant doet sinds een aantal jaar uitgebreid onderzoek naar de voordelen van behulpzaamheid op het werk en bracht hierover het boek ‘Geven en nemen’ uit. Volgens Grant heeft ieder mens diep van binnen de behoefte belangeloos klaar te staan voor een ander. Daar wordt iedereen gelukkiger van: uzelf, uw collega’s en uw klanten. Toch handelt niet iedereen gelijk en onderscheidt hij in zijn boek drie soorten medewerkers: gevers, nemers en uitruilers.
In het artikel komt een aantal mooie voorbeelden aan bod. Ik vind de meest sprekende over het gebruik van handzeep door artsen en verplegers in een ziekenhuis. Er werd de helft meer zeep gebruikt wanneer bij de kraan gewaarschuwd werd voor het gevaar om anderen te besmetten door slechte handhygiëne, dan bij een waarschuwing om zelf ziek te worden. In het artikel staan zo meer voorbeelden, in het boek ongetwijfeld nog meer.
Grant ontdekte dat de meeste mensen zich op het werk als uitruilers gedragen. We houden een soort stille boekhouding bij, geven en ontvangen moeten in evenwicht zijn. Deze neiging om de schuldbalans bij te houden zit in de mens ingebakken.
Gevers kunnen zich daar overheen zetten, zij houden zich dan ook niet bezig met de vraag of ze iets terug kunnen verwachten. Maar let wel: ook in het gedrag van gevers zit altijd wel een component van eigenbelang, maar de behoefte om anderen te helpen staat wel voorop. De kunst van het geven is volgens Grant om het met beleid te doen. De gever moet dus niet zichzelf wegcijferen en bovendien keuzes maken, een slimme gever denkt ook aan zichzelf.
Volgens Grant is er een verband tussen succes en vrijgevigheid en is dit heel simpel: uw gulheid maakt dat u meer gegund wordt. Dit resulteert in een goede reputatie en in relaties die op termijn uw succes vergroten. De stimulans van het geven zit hem erin dat het u als gever de mogelijkheid biedt op een niet-bedreigende manier uw vaardigheden en expertise te laten zien. En u stimuleert er anderen mee om ook belangeloos klaar te staan. Per saldo verricht u met z’n allen meer werk waardoor ook de organisatie als geheel erop vooruit gaat.
Opmerkelijk is dat in intieme relaties de meesten juist gevers zijn, maar op het werk dus niet. Dat veel mensen die gever zijn in privé sfeer, veranderen in uitruilers op de werkvloer heeft volgens Grant vooral te maken met de angst om uitgebuit te worden door collega’s.
Al met al heeft dit onderwerp me dus aan het denken gezet… Misschien toch maar eens het boek ‘Geven en nemen’ aanschaffen!?
Bron: Psychologie Magazine