Er zijn momenteel drie generaties op de werkplek, die soms bijna vijftig jaar in leeftijd verschillen. Volgens onderzoek van Hudson verschillen ze fundamenteel in hun kijk op het werk. Dit geldt vooral voor leiderschap. Binnen generaties valt het verschil tussen mannen en vrouwen op.
Het onderzoek van Hudson is gebaseerd op 28.000 psychometrische testen die wereldwijd zijn afgenomen. In het onderzoek scoren babyboomers (geboren tussen 1946 en 1964) significant hoger dan generatie Y (geboren tussen 1980 en 1994) als het gaat om ‘leiderschap’. Ook hebben ze een hogere score op alle eigenschappen die samenhangen met traditionele leiderschapsmethodes zoals overreding, motivatie en de mate van extraversie. Volgens Hudson scoren babyboomermannen significant hoger dan anderen op het gebied van traditioneel leiderschap, met kenmerken als leidend, besluitvaardig, motiverend en overtuigend.
Generatie Y scoort duidelijk lager op deze eigenschappen. Deze generatie heeft compleet andere vaardigheden voor het moderne zakendoen. Vaardigheden die mogelijk veel belangrijker zijn. Zo hebben ze een veel sterkere voorkeur voor abstract en conceptueel denken. Ze kunnen hierdoor verbanden leggen in een wereld die wordt gestuurd door gegevens. Ook kunnen ze hiermee slimme ideeën bedenken die een technisch team kan uitvoeren. Volgens Hudson lijkt het erop dat nieuwsgierigheid en inzicht wel eens belangrijker kunnen zijn dan technische vaardigheden en ervaring bij de selectie van kansrijk talent.
Verder is generatie Y veel minder ‘strategisch’ dan de babyboomers. Hudson stelt dat dit wellicht de huidige, in toenemende mate onstabiele en onzekere zakenwereld weergeeft. Momenteel is het lastiger dan vroeger om een bedrijfsstrategie voor de lange termijn te ontwikkelen. Leiders moeten flexibel zijn om zich aan te passen aan de voortdurende veranderingen in de concurrerende omgeving.
Op de derde plaats is generatie Y erg ambitieus, optimistisch, maatschappelijk betrokken, zelfbewust en sociaal vaardig. Dat zijn eigenschappen die hen nogal van de huidige babyboomers onderscheiden. Het lijkt er volgens Hudson op dat zij zeer betrokken leiders zijn, meer gericht op inspireren dan op overreden.
Tussen de babyboomers en generatie Y in krijgt generatie X (geboren tussen 1965 en 1979) langzaam een plek als ambitieuze en sociaal-progressieve hervormers. Ze zitten tussen beide generaties in. Generatie X is meer mensgericht en maatschappelijk betrokken dan de babyboomers en is sterker in traditioneel leiderschap dan generatie Y. De vrouwen van deze generatie zijn duidelijk autonomer dan generatie Y en duidelijk mensgerichter dan de babyboomgeneratie. Ook binnen generatie Y vallen de vrouwen overigens op. Vrouwen binnen die generatie zijn veel georganiseerder dan mannen.
Het ziet er volgens Hudson naar uit dat de fundamentele verschuiving in karaktereigenschappen van grote invloed is op de leiderschapsstijlen. Voor de toekomst komt een nieuw soort leider in beeld. Jonge vrouwen lijken het beste aan dit beeld te voldoen.
Bronnen: HR Praktijk.nl, Hudson