Artikel
27 nov '14
27 november '14
2 min

Loonkloof tussen vrouwen en mannen wordt kleiner

Het beloningsverschil tussen vrouwen en mannen wordt kleiner en het neemt het sterkst af bij de overheid. Het beloningsverschil is het grootst bij werknemers met kinderen. Zo blijkt uit statistisch onderzoek van het CBS.

De loonhoogte hangt volgens het CBS af van veel factoren waaronder het type werk, de sector, het soort bedrijf, persoonlijke prestatiefactoren en zakelijke ambitie. Vrouwen werken bijvoorbeeld vaker in sectoren met een relatief laag gemiddeld uurloon zoals horeca, cultuur en gezondheid en welzijn. Daarnaast werken vrouwen veel vaker dan mannen in deeltijd. Een deeltijdbaan levert gemiddeld per uur minder op dan een voltijdbaan. Drie op de vier vrouwen werkten in 2012 parttime. Voor de mannen was dit minder dan één op drie.

Correctie beloningsverschil

Er zijn dus factoren die het loonverschil tussen vrouwen en mannen beïnvloeden. Het CBS heeft het loonverschil tussen vrouwen en mannen voor meetbare factoren gecorrigeerd. Hierdoor ontstaat volgens het CBS een beter beeld van het daadwerkelijke verschil. Zonder de correctie verdienden vrouwen in 2012 gemiddeld 18,6 procent minder dan mannen. Factoren zoals iemands ambitie, motivatie of onderhandelingsvaardigheden heeft het CBS niet meegenomen bij de correctie. Gegevens daarover ontbreken of zijn niet goed te kwantificeren.

Duidelijke daling loonverschil overheid

Het gecorrigeerde beloningsverschil is volgens het CBS vooral gedaald bij de overheid. Daar nam het verschil af van 7 procent in 2008 naar 4 procent in 2012. Hier speelt onder andere een rol bij dat er vergeleken met 2008 meer hoogopgeleide vrouwen werken bij de overheid. Het aantal hoogopgeleide mannen is juist iets verminderd. In 2012 waren twee van de drie vrouwelijke werknemers bij de overheid hoog opgeleid. Bij de mannen was dit net iets meer dan de helft van de werknemers.

Beperkte afname beloningsverschil bedrijfsleven

In het bedrijfsleven nam het gemiddelde gecorrigeerde loonverschil alleen tussen 2008 en 2010 af van bijna 9 procent naar 7,5 procent. Die afname zette tussen 2010 en 2012 niet door. In het bedrijfsleven is er nauwelijks verschil tussen vrouwen en mannen qua opleidingsniveau en de ontwikkeling van het opleidingsniveau over de periode 2008 – 2012.

Werknemers met thuiswonende kinderen

Het gecorrigeerde loonverschil is het grootst voor werknemers met thuiswonende kinderen en dan met name bij bedrijven. Daar kregen vrouwen uit deze groep in 2012 gemiddeld 14 procent minder loon dan hun mannelijke collega’s. Bij werknemers zonder thuiswonende kinderen was het beloningsverschil in het bedrijfsleven driemaal zo klein. De loonverschillen bij de overheid lagen dichter bij elkaar: 2,4 procent voor werknemers zonder kinderen thuis tegen 5,8 procent voor werknemers met thuiswonende kinderen.

Bron: CBS