Artikel
3 mrt '15
3 maart '15
2 min

Geleidelijke overgang naar pensioenstelsel zonder doorsneepremie

Een nieuw pensioenstelsel, waarbij jongeren niet langer dezelfde pensioenpremie betalen als ouderen, moet geleidelijk worden ingevoerd. Dat verzacht de inkomensgevolgen aldus het Centraal Planbureau (CPB).

Het CPB berekende eerder dat het opheffen van de doorsneepremie zo’n 100 miljard euro kan kosten. De doorsneepremie zorgt ervoor dat alle deelnemers aan een pensioenfonds hetzelfde percentage pensioenpremie betalen. Jongeren betalen daardoor relatief veel aan het collectief dat een pensioenfonds is. Hun premiebetaling heeft namelijk langer rendement en is daardoor meer waard dan de inbreng van ouderen. Hoewel die ouderen toen ze jong waren de doorsneepremie ook hebben betaald.

Hervorming

De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft voorgesteld om het pensioenstelsel drastisch te hervormen. Daarbij moet iedereen een eigen pensioenpot gaan opbouwen. Dit individueel ‘maatwerk’ is volgens de SER nodig omdat het huidige collectieve stelsel, met een gegarandeerde pensioenuitkering, niet meer betaalbaar is. Het CPB heeft dit advies geanalyseerd.

Overgang

Volgens het CPB is het afschaffen van de doorsneepremie gunstig voor alle toekomstige generaties. Zonder inkomenscompensatie gaat de huidige generatie er echter fors op achteruit. De huidige medewerkers hebben vanaf het begin van hun loopbaan minder rechten opgebouwd bij de doorsnee-opbouw dan bij de regels voor opbouw uit het SER-voorstel. Daarom is een geleidelijke overgang nodig om de inkomensschok te beperken.

Inkomensafhankelijk overheidspensioen

De overheid zou de kosten van het verdwijnen van het doorsneepremiestelsel ook op zich kunnen nemen. Ze zou een tijdelijk inkomensafhankelijk overheidspensioen kunnen uitkeren als aanvulling op de AOW. Dat bekent dan wel dat de overheidsschuld volgens het CPB met 100 miljard euro groeit. De overheid zou dit vanuit de eerste pensioenpijler (AOW) kunnen financieren en daarbij lasten kunnen doorschuiven naar toekomstige generaties die profiteren van lagere premies. Belangrijke nadelen hiervan zouden zijn dat de collectieve lasten zouden toenemen en dat de uitvoering duurder zou worden.

Adviezen

Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken publiceert over enkele maanden een notitie over de toekomst van het pensioenstelsel. Daarbij gebruikt zij diverse adviezen, waaronder die van de SER en het CPB.

Bronnen: CPB, NU.nl, SER