Maandag 29 juni bracht het CBS een rapport uit over het onderzoek ‘Artbeidsethos in Nederland: staat werk centraal in ons leven?’. In het onderzoek wordt beschreven hoe de volwassen bevolking in Nederland over het belang van werken denkt. Media buitelden over elkaar heen met eigen conclusies over het onderzoek: ‘Hervormden hebben het sterkste arbeidsethos’, ‘Werken moet, maar we doen het niet van harte’ of ‘Laagopgeleiden hebben meer arbeidsethos dan hoogopgeleiden’. De belangrijkste conclusie vonden wij echter niet terug in de media, namelijk: ‘Nederland heeft een gezonde verhouding tot werk.’
Op de vraag of er nog belangrijkere dingen zijn in het leven dan werk, antwoordt ruim 80% bevestigend. Aan de andere kant was bijna 70% van mening dat je pas kunt doen waar je zin in hebt als je je plicht hebt gedaan. Ook vindt meer dan 70% dat men via het werk een maatschappelijke bijdrage levert. Op basis hiervan trok het CBS de conclusie dat werken weliswaar een belangrijk deel van het leven van volwassenen uitmaakt en door velen als een maatschappelijke plicht wordt gezien, maar werk niet zo centraal staat in ons leven. Voor ons laat het onderzoek juist zien dat mensen zoeken naar een gezonde balans tussen werk en privé. Nederlanders hechten waarde aan werk en zien dit als een onderdeel van het maatschappelijk leven, maar voor veel mensen staat hun privéleven op de eerste plaats.
Werkgevers hoeven zich dus helemaal geen zorgen te maken over de arbeidsethos van werknemers in Nederland. Ook de verschillen tussen de (persoons)kenmerken als geslacht, leeftijd, herkomst of kerkelijke gezindheid zijn klein. Arbeidsethos en goed werkgeverschap zien wij bij Driessen als onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een werkgever die meer doet dan het betalen van salaris, ruimte biedt om werk en privé te scheiden, maar ook te verbinden, creëert ruimte voor een gezonde arbeidsethos.
Bron: www.cbs.nl