Artikel
25 sep '15
25 september '15
3 min

Bussemaker wil mbo flexibeler maken

Volgens minister Jet Bussemaker van Onderwijs moet het middelbaar beroepsonderwijs sneller kunnen inspelen op trends en de steeds sterker dynamische arbeidsmarkt. Ze treft daarom maatregelen om het mbo onderwijs flexibeler te maken. Door de maatregelen moeten scholen beter kunnen inspelen op wensen van het bedrijfsleven of op bijvoorbeeld ontwikkelingen in de gezondheidszorg.

De dynamiek op de arbeidsmarkt wordt volgens Bussemaker steeds groter. “We zien dat banen in een steeds sneller tempo opkomen, veranderen of verdwijnen. Natuurlijk blijven bakkers, loodgieters en metselaars komende jaren heel hard nodig, maar de wereld verandert. Ontwikkelingen op het gebied van ICT, robotisering en globalisering stellen nieuwe eisen aan werknemers en dus ook aan opleidingen. Zo leidt ons beroepsonderwijs ook glasvezel-engineers op, of leestenmakers die bijvoorbeeld digitaal orthopedische schoenen op maat ontwerpen en tandtechnici die 3D geprinte tandprotheses maken. Komende jaren komen daar nieuwe beroepen bij die we op dit moment nog niet kennen.”

Samenwerking met bedrijfsleven

De minister van Onderwijs wil dat het in het mbo de komende jaren meer op regioniveau gaat draaien om wat jongeren moeten leren, wat werkgevers nodig hebben en welk onderwijsconcept daar het beste bij past. Bedrijven en scholen moeten nog nauwer gaan samenwerken om sneller innovaties in het onderwijs te kunnen doorvoeren.

Scholen krijgen daarom van minister Bussemaker meer ruimte om met bedrijven uit hun regio een opleiding of leertraject samen te stellen. Nu kost het introduceren van een nieuwe opleiding scholen nog veel tijd. Volgens de minister moet dit echt sneller, zodat de aankomende vakmensen een betere voorbereiding krijgen op hun toekomstige werkplek.

Richtlijnen

Bussemaker deelde eerder al mee de harde richtlijnen bij de beroepsopleidende (bol) en beroepsbegeleidende (bbl) leerwegen in het mbo flexibeler te willen maken. Daarbij kunnen scholen en bedrijven zelf afspraken maken over het combineren van opleidingen. Ook kunnen ze samen bepalen op welke dagen studenten naar school gaan en op welke dagen ze werken. De minister wil zo de kansen van jongeren op werk vergroten.

Herkenbare namen

Voor de verschillende niveaus in het mbo komen herkenbare namen. Hierdoor wordt het voor studenten, ouders en werkgevers duidelijker waar een opleiding voor staat en waarvoor toekomstige vakmensen worden opgeleid. De mbo-studenten kunnen straks kiezen uit een entreeopleiding (niveau 1), basis beroepsonderwijs (niveau 2) of middelbaar beroepsonderwijs (niveau 3 en 4).

Lectoren

Tot slot kunnen mbo-scholen vanaf volgend jaar, net als in het hbo, lectoren benoemen die lesgeven combineren met praktijkgericht onderzoek. Daarmee komt de kennis meteen beschikbaar voor het onderwijs.

Bron: Rijksoverheid.nl