Deeltijdwerk is populair in Nederland. Dat is fijn voor veel werknemers, maar is het wel goed voor de productiviteit? En hoe zit het met de gevolgen voor je carrière? Nederland is een topper in Europa wat parttime werken betreft. Van de Nederlandse beroepsbevolking werkt de helft in deeltijd. In onze buurlanden België en Duitsland is dat percentage een kwart.
Deeltijdwerk begon als noodzaak. Na de oorlog kende Nederland een tekort aan arbeiders vanwege de groeiende economie. Ook vrouwen moesten aan het werk. Zolang dat maar parttime was, want dan bleef er tijd over voor huishoudelijk werk. Nu werken veel mensen parttime omdat ze voldoende tijd willen voor gezin of hobby’s.
Deeltijdwerken is niet per definitie slecht voor de productiviteit. Arbeidseconoom Ronald Dekker van de Universiteit van Tilburg stelt dat er genoeg bewijs is dat deeltijders juist productiever zijn. Door de vrije dagen zouden werknemers harder doorwerken. Daarnaast leidt een goede balans tussen werk en vrije tijd tot een goede gemoedstoestand. Dat bevordert de productiviteit ook weer. Peggy de Bruin herkent dat beeld. Ze heeft een baan bij een radiostation en werkt sinds kort niet meer op vrijdag. “Het werk dat ik normaal in vijf dagen deed, doe ik nu in vier dagen”, vertelt ze.
Deeltijdwerken is dus wellicht goed voor de productiviteit. Het draagt echter niet altijd bij aan een flitsende carrière. Arbeidseconoom Dekker raadt parttime werken af voor een topfunctie. “Hoge functies zijn vrijwel altijd voltijd. Daar is veel ambitie en commitment voor nodig. Dat straal je niet uit als je in deeltijd werkt.”
Bron: NRC Carrière