Op 26 januari j.l. heeft een meerderheid van de Eerste Kamer in een debat met staatssecretaris Wiebes, positief gereageerd op zijn wetsvoorstel Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA). VVD, PvdA, CDA en PVV steunen de wet, waardoor de definitieve stemming van de Eerste Kamer op 2 februari een formaliteit blijkt te zijn. Dit betekent overigens wel dat interpretaties en inzichten van de wet nog kunnen wijzigen. De informatie in dit bericht is gebaseerd op de kennis na het debat van 26 januari.
Met de nieuwe wetgeving wil staatssecretaris Wiebes de onduidelijkheid over de relatie tussen opdrachtgever en ZZP’er verbeteren. Minder rompslomp en meer duidelijkheid voorafgaand aan de opdracht moeten er voor zorgen dat de partijen weten waar ze aan toe zijn. Het uiteindelijke doel is het voorkomen van schijnzelfstandigheid. Schijnzelfstandigheid betekent dat de ZZP’er zich fiscaal en arbeidsrechtelijk onterecht manifesteert als zelfstandige. Ook opdrachtgevers sluiten vaak onbewust opdrachtovereenkomsten met ZZP’ers, die op basis van hun feitelijke situatie eerder aan te merken zijn als werknemer dan als ondernemer. Schijnzelfstandigheid ligt al snel op de loer als hier niet bewust mee wordt omgegaan. Vanuit kennis van zaken.
De onderliggende regels over o.a. fiscaal ondernemerschap en de gezagsverhouding blijven ongewijzigd. De wijze waarop verandert wel drastisch met de Wet DBA. In plaats van de VAR-verklaring komen er sectorale modelovereenkomsten. Hantering van een door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst tussen opdrachtgever en ZZP’er, geeft duidelijkheid over de aard van de relatie en vrijwaring van betaling loonbelasting door de opdrachtgever. De Belastingdienst zal achteraf, intensiever dan voorheen, gaan controleren of er in de praktijk ook overeenkomstig de bepalingen uit de overeenkomst is gewerkt.
Na het definitieve akkoord van de Eerste kamer op 2 februari a.s. gelden de volgende afspraken:
Driessen volgt de ontwikkelingen op de voet en is al in een vergevorderd stadium om de dienstverlening te ontwikkelen. Het doel hiervan is om opdrachtgevers te helpen om de risico’s met de inhuur van ZZP’ers te beheersen en te beperken. Opdrachtgevers lopen namelijk het risico op een naheffingsaanslag als het werk niet conform de modelovereenkomst is verricht. Driessen zal haar relaties op korte termijn hierover informeren.