Artikel
17 mrt '16
17 maart '16
3 min

Werknemer met vast contract staat open voor flexibel contract

Uit een representatief onderzoek van TNS Nipo onder 560 werkenden in de (semi) publieke sector blijkt dat 81% van de werknemers met een vast contract zou overwegen een flexibele baan te accepteren als die beter past bij hun ambities en behoeften. Met behoud van financiële zekerheid is dit zelfs 85%. Ouderen en laagopgeleiden geven hun vaste baan minder snel op dan jongeren en middelbaar- en hoogopgeleide.

Hoewel van oudsher de gedachte heerst dat een vaste baan voor veel medewerkers het hoogst haalbare is, gaat het vaste contract voor veel werkenden in de publieke sector niet boven alles. Ambities, arbeidsvoorwaarden en plezier bewegen medewerkers met een vast contract richting een flexibel contract.

Onze wereld wordt steeds dynamischer. Door onder andere de toenemende digitalisering – in alle mogelijke vormen – gaan zaken sneller en veranderen ze sneller dan ooit tevoren. Om hier adequaat op te kunnen reageren is flexibiliteit vereist. Dat betekent flexibel omgaan met de momenten waarop wordt gewerkt en de locaties van waaruit we dat doen. Maar het betekent ook flexibiliteit in onze arbeidsrelaties. Op dit moment werkt één derde van de beroepsbevolking en 60% van de jongeren flexibel. Daarnaast telt Nederland in 2020 ongeveer 1 miljoen zzp’ers.

(Financiële) zekerheid als voorwaarde

Vooral de jongere generatie gaat niet langer uit van ‘een baan voor het leven’, toch lijkt voor veel werkenden in de publieke sector het gebrek aan (financiële) zekerheid de keuze voor werken op flexibele basis op dit moment nog in de weg te staan. Door (financiële) zekerheid te waarborgen, wordt de keuze voor een flexibel contract sneller gemaakt. Wanneer respondenten met een vast contract een flexibele baan krijgen aangeboden die beter past bij hun ambities én aanwijsbaar leuker is, zou een vijfde van de respondenten deze baan direct accepteren. 63% zou het overwegen en slechts 19% zou het niet doen. Bij hetzelfde aanbod met (financiële) zekerheid accepteert 28% de nieuwe baan direct. 57% overweegt het is slechts 15% blijft werken in vast dienst. Omgekeerd zien we hetzelfde patroon. Respondenten zouden in slechts 28% van de gevallen een minder interessante baan met een vast contract verkiezen boven een interessantere flexibele baan. De helft van de werkenden wil de huidige baan op flexibele basis zeker behouden en een kwart zou het aanbod overwegen, maar heeft er moeite mee om de flexibele werksituatie met interessantere functie, betere ontwikkelingsmogelijkheden en arbeidsvoorwaarden op te geven.

Arbeidsmarktovereenkomst

Prof. dr. Ton Wilthagen, hoogleraar Institutionele en juridische aspecten van de arbeidsmarkt aan Tilburg University: “Om in de toekomst ambitieuze (jonge) medewerkers binnen te halen, heb je een goed flexibiliteitsbeleid nodig. Zorg ervoor dat je geen arbeidsovereenkomst, maar een arbeidsmarktovereenkomst te bieden hebt. Als je gaat werken in de publieke sector, dan moet je als werknemer weten dat – wanneer er tijdelijk geen werk meer is – je wordt geholpen om elders heen te gaan. Dat is het beste aanbod dat je als organisatie in de toekomst kunt doen.” Ton Wilthagen adviseert alle HRM’ers dan ook om de muren tussen de eigen sector en de (commerciële) markt af te breken. “Iedereen die zich nu vooral richt op de eigen organisatie en interne arbeidsmarkt, raad ik aan om zich tot een arbeidsmarktmanager te transformeren. Verbind de interne- met de externe arbeidsmarkt om goede mensen aan te trekken, maar ook om mensen de stap naar buiten de eigen organisatie te laten maken.”

De publicatie met het complete onderzoek kunt u terugvinden op www.driessen.nl/werken. Het magazine ‘Werken toen, nu en straks’ kan via deze pagina kosteloos gedownload of aangevraagd worden.

Pieter Philippart
Marketing manager bij Driessen