Artikel
7 apr '16
7 april '16
3 min

Wet flexibel werken en Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd

Per 1 januari 2016 zijn de “Wet flexibel werken” en de “Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd” van kracht geworden. Beide wetten hebben geleid tot wijzigingen in de CAR en zijn direct van toepassing op gemeenteambtenaren.

Wet flexibel werken

Deze wet volgt de “Wet aanpassing arbeidsduur” op. Het doel is flexibel werken te bevorderen. De mogelijkheid om een verzoek te doen tot aanpassing van de arbeidsduur was al geregeld in de “Wet aanpassing arbeidsduur”. In deze nieuwe wet wordt het ook mogelijk om een verzoek te doen tot aanpassing van de werktijden en de arbeidsplaats. In de Wet flexibel werken is de procedure opgenomen hoe dergelijke verzoeken dienen te worden behandeld.

Deze wet is niet van toepassing voor medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Deze medewerkers kunnen wel een verzoek doen tot aanpassing van de arbeidsplaats of (spreiding van de) werktijden.

Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd

In de gemeentelijke sector was het al mogelijk om na de AOW-gerechtigde leeftijd in dienst te blijven of in dienst te treden. Dit blijft mogelijk.
Langer doorwerken kan op twee manieren:

  • De medewerker krijgt (eervol) ontslag en wordt vervolgens weer aangesteld in een gelijke of een andere functie
  • De medewerker krijgt geen (eervol) ontslag. De aanstelling van de medewerker loopt dan ongewijzigd door.

De wijzigingen op een rijtje

  • De nieuwe wet regelt dat een medewerker die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en ziek is, 13 weken recht heeft op loondoorbetaling alvorens ontslag kan volgen. Dit is een uitbreiding van artikel 8:2a CAR.
  • In de Ambtenarenwet is geregeld dat bij een reorganisatie die leidt tot het verlies van arbeidsplaatsen het eerst afscheid wordt genomen van medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Zijn er meer medewerkers die tot deze doelgroep behoren, dan wordt het eerst afscheid genomen van degene die het kortste dienstverband heeft. In het reorganisatieplan moet worden opgenomen welke tijd meetelt als diensttijd. Dit wordt opgenomen in de toelichting op artikel 8:3 lid 3 CAR.
  • Voor medewerkers met een tijdelijke aanstelling, die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, geldt dat zij recht hebben op een vaste aanstelling na 48 maanden of na 6 tijdelijke dienstverbanden die elkaar opvolgen met een tussenpoos van minder dan 6 maanden. Dit is een verdubbeling ten opzichte van medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Artikel 2:4 CAR wordt hierop aangepast.

Voor medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, gelden niet de gebruikelijke ontslaggronden van de CAR-UWO, maar geldt dat beide partijen zonder opgaaf van reden afscheid van elkaar kunnen nemen, met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Dit geldt niet wanneer de medewerker ziek is.

Bron: VNG, LOGA

Miriam Teunissen
HRM consultant bij Reijn