Het samenstellen van een hoogwaardig cultureel programma dat toegankelijk is voor een divers publiek is binnen de cultuursector, en specifiek voor stadsschouwburgen in Nederland, een uitdaging. Door de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen wordt er vaker een beroep gedaan op het culturele ondernemerschap van de stadsschouwburgen.
Wij spreken met Joost Kok, hoofd P&O, financiën en automatisering van de Stadsschouwburg Utrecht. Hij vertelt over de plaatsvindende transitie waarin medewerkers meer verantwoordelijkheden krijgen en zich bewuster worden van de organisatiedoelstellingen.
De kwaliteit van een organisatie is grotendeels afhankelijk van de wijze waarop medewerkers samenwerken. In dat kader is Stadsschouwburg Utrecht gestart met een organisatieverandering met als werktitel ‘Anders Samen Werken’. De ambitie is om het puur afdelingsgericht werken te overstijgen en op zoek te gaan naar een meer integrale samenwerking. Door de uitwisseling van kennis en ervaring zorg je ervoor dat je elkaars werk sneller kan overnemen en er werkverbreding plaatsvindt. Waar ligt de synergie? Welke systemen worden er gebruikt en op welke manier? Om dit te realiseren worden medewerkers die op verschillende afdelingen gelijksoortig werk. doen gestimuleerd om de samenwerking aan te gaan. Maar ook het projectmatig werken door medewerkers van verschillende afdelingen en met verschillende functies wordt gestimuleerd. Door deze vormen van samenwerking ontstaat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid én de mogelijkheid om elkaar feedback te geven. Want uiteindelijk wil iedereen hetzelfde: een goede voorstelling en tevreden klanten die blij naar huis gaan.
De basisgedachte achter de nieuwe aanpak is dat iedereen eigen talenten heeft. “Daarom richten we ons op de talenten van medewerkers. Een medewerker van de kaartverkoop, die is opgeleid als dramaturg, begeleidt ‘s avonds bijvoorbeeld voorstellingen en schrijft hier vervolgens een recensie over. Daarnaast vinden wij de ontwikkeling van een medewerker belangrijk, waarbij we zowel kijken naar mogelijkheden binnen als buiten de organisatie”, vertelt Joost Kok.
Ook in de cultuursector neemt de rol van digitalisering de komende jaren alsmaar toe. “Vroeger lagen onze klanten bij wijze van spreken in een slaapzakje voor de deur bij de start van de voorverkoop. Nu hebben we – naast de trouwe bezoekers die nog steeds vroeg uit de veren komen voor de voorverkoop – op die dag een digitale wachtrij”, vertelt Joost Kok. De digitalisatie leidt tot functies die worden samengevoegd of tot minder inzet. Voor de organisatie is het belangrijk dat medewerkers op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen en kunnen werken met de software die wordt gebruikt. Afdelingen selecteren vaak zelf, met ondersteuning vanuit IT, de systemen waar zij mee willen werken. Vervolgens bewaakt de afdeling IT de integraliteit, want systemen moeten worden gekoppeld en met elkaar kunnen ‘praten’.
Joost Kok: “Als werkgever moet je ervoor zorgen dat de medewerkers door de bomen het bos blijven zien. Wij verwachten van medewerkers dat ze ook zelf scherp blijven qua ontwikkelingen op de markt. Medewerkers gaan bijvoorbeeld naar beurzen en vanuit de WKR zorgen we ervoor dat onze medewerkers ‘mobile devices’ kunnen aanschaffen die deels worden vergoed. Vanuit P&O is het van belang om begeleiding te bieden en zichtbaar voor hen te zijn. Bied medewerkers een luisterend oor en geef ze een podium, zodat ze gehoord worden. Je moet alle ideeën serieus nemen en medewerkers de ruimte geven om kritiek te (durven) spuien. Wanneer je ontwikkelingen (ook) vanuit medewerkers zelf laat komen, heb je als organisatie de grootste kans van slagen.”
