Artikel
19 jul '16
19 juli '16
4 min

Bedrijfscultuur zit Het Nieuwe Werken in de weg

Werkgevers bieden de faciliteiten zoals laptop en mobiele telefoon wel aan, maar de meeste werknemers voelen zich geremd om anders te gaan werken. De bedrijfscultuur vormt teveel een drempel voor Het Nieuwe Werken.

De organisatiecultuur bindt werknemers aan kantoor en in het organisatiebeleid staan vaak geen spelregels voor een nieuwe manieren van werken. Zo laat het onderzoek ‘Anders werken: wat vindt werkend Nederland?’ zien van Ricoh, een bedrijf dat documentgerelateerde diensten, adviezen, software en apparatuur voor bedrijven verzorgt. Het onderzoek vond plaats onder Nederlandse kantoorwerkers.

Vernieuwend, concurrerend en aantrekkelijk

Volgens Mark Boelhouwer, CEO Ricoh Nederland, zijn andere manieren van werken snel nodig en belangrijk voor Nederland. Hij benadrukt dat het met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zoals flexibilisering en de ‘race for talent’ essentieel is om te zorgen voor optimale faciliteiten en een cultuur van anders werken. Dat is nodig voor werkgevers om vernieuwend, concurrerend en aantrekkelijk te blijven.

Gebruik faciliteiten en apparatuur

De Nederlandse kantoorwerker is positief over de technologie en faciliteiten die hij tot zijn beschikking heeft. Van de respondenten is 40 procent zelfs erg tevreden doordat zij een laptop, smartphone en webmail van het bedrijf kunnen gebruiken. De onderzoekers concluderen echter dat de faciliteiten en apparatuur voor flexibel werk aanwezig zijn, maar dat organisaties de mogelijkheden nog onvoldoende gebruiken. “Slechts 20 procent van de Nederlandse medewerkers ervaart een positieve cultuur en een stimulans van zijn werkgever om ook echt op een andere – niet traditionele – manier te werken”, aldus de onderzoekers. Ook legt volgens de respondenten maar elf procent van de organisaties de spelregels voor Het Nieuwe Werken daadwerkelijk vast.

Sociale controle

Ruim een derde (35 procent) van de werknemers ervaart door de bedrijfscultuur en sociale controle op het werk niet de vrijheid om zomaar elders te werken. Volgens een kwart wordt dit zelfs niet toegestaan door hun leidinggevende. Wordt er wel buiten de kantoormuren gewerkt, dan gebeurt dit meestal thuis (58,2 procent) of bij de klant (19,4 procent).

Van werk- naar ontmoetingsplek

De werknemer ziet het kantoor nog steeds vooral als werkplek (49,3 procent) en minder als ontmoetingsplek (11,3 procent). Volgens Boelhouwer van Ricoh zal dit in de nabije toekomst drastisch veranderen. “In de diverse trendonderzoeken die we doen, zien we dat het kantoor in toenemende mate een plek wordt om de juiste mensen te ontmoeten en samen te werken. Werken gebeurt in toenemende mate op andere plaatsen. Om het maximale uit medewerkers te halen, zullen organisaties daarom niet alleen technologische middelen moeten faciliteren, maar ook snel een cultuur van andere manieren van werken moeten stimuleren.”

Nieuwe generatie

Boelhouwer benadrukt dat de nieuwe manier van werken ook nodig is om aantrekkelijk te blijven voor een nieuwe generatie medewerkers. “Uit ons onderzoek uit 2015 onder vier generaties op de werkvloer bleek al dat 73 procent van de jongeren verwacht dat werkgevers tegemoetkomen aan hun behoeften op gebied van werk. Zij willen op andere manieren werken, bijvoorbeeld meer in de cloud, plaats- en tijdonafhankelijk. Tegelijk vind ik ook dat werknemers zelf tot op zekere hoogte een andere manier van werken kunnen afdwingen.”

Werk-privébalans

Verder blijkt uit het onderzoek dat de balans of scheiding tussen werk en privé er nu vaak niet is. Het wordt steeds meer een gewoonte dat medewerkers in hun eigen tijd werken. Ruim de helft (56 procent) van de medewerkers neemt het werk in enige mate mee op vakantie en bijna 70 procent is op vakantie bereikbaar voor collega’s. 27 procent neemt zelfs de laptop mee op vakantie.

Privézaken tijdens werktijd

Werken in privétijd is dus geaccepteerd. De kantoorwerkers voelen zich echter nog niet echt vrij om privézaken te regelen onder werktijd. Slechts 30 procent van de medewerkers durft bijvoorbeeld onder werktijd even koffie te drinken met een vriend die in de buurt is. Ook is het maar voor 23 procent van de medewerkers comfortabel om onder werktijd te gaan sporten en het werk daarna ’s avonds in te halen.

Bron: PW De Gids