Ooit werkten werknemers naar hun pensioendatum toe, waarna vaak een zwart gat volgde. Er was een dermate grote overgang tussen werk en pensioen, dat pensioen voor velen een kwelling was. Er is echter een nieuwe trend met een combinatie van werken en pensioen, waarover The New York Times schrijft. Nederland kent op dat gebied ook ontwikkelingen.
The New York Times gaat in op een trend in Amerika waarbij gepensioneerden hun pensioen combineren met werk. Hiervoor portretteerde de krant onder meer Dane Peters (68). Hij ging drie jaar geleden met pensioen als schooldirecteur in Brooklyn. Daarna ging hij advies geven, vrijwilligerswerk doen en lekker ontspannen.
Hij weet als voormalig schooldirecteur veel van leiderschap in het onderwijs. Sommige scholen willen daarin graag gecoacht worden. Dat leek Peters een fijne tijdsbesteding na zijn pensioen. Hij doet het alleen niet meer fulltime. “Gemiddeld doe ik één adviesklus per maand. Voordat ik met pensioen ging, testte ik de mogelijkheden voor dit werk door het doen van advieswerk in het weekend.” Met zijn vrouw doet Peters ook vrijwilligerswerk in de vorm van toneelvoorstellingen in bejaardentehuizen. “Mijn vrouw en ik zijn de benjamins van de groep. De man achter het bureau voor de toneelvoorstellingen is 84.” Verder fiets Peters dagelijks zo’n 15 kilometer. “Fitness is een belangrijk onderdeel van mijn pensioen.”
Een vergelijkbare ontwikkeling is ook in Nederland zichtbaar. Volgens pensioencoach Emiel Egging willen steeds meer mensen voor een deel van de week graag blijven werken. Hij begrijpt dat wel. “Werken heeft een behoorlijk aantal voordelen. Je hebt sociale contacten, er is structuur en ritme, je hebt een doel en een reden om je bed uit te komen, er is ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, er komen extra financiën én het verschaft je voor een deel identiteit. Dat is nogal wat.”
Het doorwerken tijdens pensioen lijkt bij een trend te horen. Gegevens van de University of Michigan’s Health and Retirement Study laten zien dat steeds minder mensen tevreden van hun pensioen genieten. In 1998 was nog 60 procent ‘heel erg tevreden’. Dit was in 2012 al gezakt naar 49 procent. Volgens de geïnterviewde Amerikaan Peters komt het allemaal neer op een balans tussen vrije tijd en leven met een doel.
Het kan ook in het belang van werkgevers zijn om zich met de pensioenovergang van medewerkers bezig te houden. Volgens Egging moet een werkgever daar niet vlak voor het pensioen mee beginnen, maar er ver voor. “Dan kun je de complete overgang bespreken, inclusief de tijd ervoor. Als je met iemand van 62 in gesprek gaat over de laatste vijf werkzame jaren, dan kun je echt nog een verschil maken. Wat is iemands perspectief? Sukkelt hij de laatste jaren door tot de eindstreep, of weet je samen dingen te bedenken om er nog een perspectiefvolle en productieve periode van te maken? Dáár ligt het belang voor werkgevers.”
Bronnen: NY Times, P&Oactueel
