Het is een warme zomerdag en een werknemer wil een korte broek dragen op kantoor. Mag zijn werkgever dat verbieden? Volgens twee advocaten hangt dat af van de situatie en of de kledingeisen redelijk zijn.
De grondwet geeft aan dat een werkgever de grondrechten van een werknemer moet respecteren. Denk daarbij aan zijn persoonlijke levenssfeer en vrijheid van meningsuiting. Dit geldt ook voor kleding, wat betekent dat er een zwaarwegend belang moet zijn om bepaalde kleding te verplichten. Bij zo’n belang kan het bijvoorbeeld gaan om veiligheid, gezondheid, hygiëne of bedrijfsimago.
Volgens Maartje Rutten van advocatenkantoor Capra mogen werkgevers een uniform verplicht stellen. Rutten is gespecialiseerd in arbeidsverhoudingen binnen het publieke domein. Ze legt uit dat de kleding en bijbehorende voorschriften vaak te maken hebben met veiligheid. “Zo is het voor politieagenten of brandweermannen gevaarlijk om een korte broek of piercings te dragen.”
De meeste discussie is er over verplichte representatieve kleding. Rutten stelt dat werkgevers aan hun werknemers mogen vragen om zich passend te kleden. Wat dat betekent hangt volgens haar af van de situatie. “Als een receptioniste met een naveltruitje, afgescheurde spijkerbroek en zes piercings bij een notariskantoor werkt, kan ik me voorstellen dat er vragen komen.”
Het is de bedoeling dat werkgevers zich redelijk opstellen, zegt Antoinette Douglas-Scheele van VerbeekdeCaluwé Advocaten. Het gaat om grenzen die in de loop der tijd kunnen verschuiven. “In 1985 is een werkneemster ontslagen die na jaren trouwe dienst werd opgedragen om voortaan geen broek maar een rok te dragen en dit weigerde. Tegenwoordig zal een kantonrechter daar waarschijnlijk anders over oordelen en dient de werkgever zich te houden aan redelijke grenzen van algemeen verbindende voorschriften zoals de Grondwet.”
Recent kwam een Britse secretaresse in het nieuws, omdat ze weigerde om nog langer hoge hakken op het werk te dragen. Ruim 150.000 Britten tekenden een petitie om het onderwerp op de agenda van het parlement te krijgen. Of werkgevers hoge hakken in Nederland mogen verplichten, hangt af van de situatie. Een werkgever moet volgens advocaat Rutten kunnen onderbouwen waarom het voor zijn bedrijf en voor haar functie noodzakelijk is dat een medewerkster hoge hakken draagt. Douglas-Scheele vermoedt dat de rechter de voorschriften niet zal accepteren, omdat ze niet binnen redelijke grenzen passen. Nette platte schoenen kunnen ook representatief staan.
Een bekend onderwerp is de korte broek naar het werk. Zo klaagden postbodes in 1999 over hun veel te warme werkkleding. Zij wilden een korte broek, net zoals vrouwelijke postbestellers een broekrok mochten dragen. Daarbij plakte de stof bij warmte aan hun benen, wat onhandig was als ze de trap op moesten. De Commissie Gelijke Behandeling (tegenwoordig College voor de Rechten van de Mens) oordeelde dat het mocht.
Toch hoeft niet ieder bedrijf de korte broek toe te staan. Volgens Douglas-Scheele mogen bedrijven hun werknemers vragen om zich representatief te kleden, ook als ze geen direct contact hebben met klanten. “Stel dat je bijvoorbeeld op een accountancykantoor werkt en graag als man een korte broek aantrekt, dan kan het bedrijf bezwaar maken, omdat je bijvoorbeeld wel eens via de lobby loopt, waar wel klanten wachten.”
Beide advocaten vinden het dus lastig om exacte grenzen aan te geven. Uiteindelijk betekent het dat het bedrijf redelijke grenzen stelt. Hierbij zijn onder andere de aard van het bedrijf, de functie van de werknemer, de klantenkring waarop het bedrijf zich richt en respect voor de persoonlijke levenssfeer van belang.
Bron: RTL Z