Artikel
26 sep '16
26 september '16
4 min

Kinderen van laagopgeleiden krijgen meer kansen

Minister Bussemaker van Onderwijs wil voor kinderen van laagopgeleide ouders dezelfde kansen als voor kinderen met hoger opgeleide ouders. Het ministerie van Onderwijs investeert daarom in het verbeteren van de overgang tussen mbo en hbo. Daarnaast schaft het de eigen bijdrage van studenten voor selectieprocedures af. Voor docenten in het hoger onderwijs komt er een Comeniusbeurs, gericht op gelijke kansen.

De overgang van mbo naar hbo blijkt voor veel studenten een (te) grote stap te zijn. Ieder jaar is er een grote uitval onder mbo’ers die doorstuderen aan het hbo. Bussemaker investeert daarom 7,5 miljoen euro in een soepelere overgang tussen het mbo en het hbo. Dit moet het voor iedereen die het wil en kan mogelijk maken om door te studeren aan een hogeschool.

Overgang mbo – hbo

De uitval blijft, hoewel er op papier al veel gedaan is aan een betere overgang. Bussemaker kiest daarom nu voor een andere aanpak. Daarbij vraagt ze studenten in het mbo en het hbo om samen plannen in te dienen voor een betere aansluiting tussen mbo en hbo. Studenten weten volgens de minister zelf het beste wat ze nodig hebben om de overstap naar het hbo goed te kunnen maken en waar het soms nog aan schort. “Dit kan persoonlijke begeleiding zijn, het gevoel ‘welkom’ te zijn, specifieke studievaardigheden en docenten en begeleiders met tijd en aandacht.” De mbo-studenten worden begeleid door studenten die de overstap al maakten en zullen hun projectplan zelf aan minister Bussemaker presenteren.

Onderwijsinstellingen

De minister reserveert de helft van de investering van 7,5 miljoen euro voor de plannen van de studenten. Voor de andere helft van het budget ligt de bal bij de onderwijsinstellingen. De minister daagt ook hen uit om met gezamenlijke plannen te komen.

Selectieprocedure

Een tweede maatregel is het afschaffen van de eigen bijdrage voor een selectieprocedure bij opleidingen in het hoger onderwijs. Vanaf het collegejaar 2017-2018 kan iedereen gratis deelnemen aan selecties bij bijvoorbeeld hotelscholen, kunstopleidingen en university colleges. Dit heft een drempel op voor studenten om te kiezen voor een studie met een selectieprocedure. Minister Bussemaker wil zo voorkomen dat er onnodige financiële belemmeringen zijn die de studiekeuze beïnvloeden, waardoor getalenteerde kandidaten niet aan een opleiding beginnen.

Toegankelijkheid

Sommige opleidingen in het hoger onderwijs mogen selecteren bij de toelating van studenten. Dat kan zeer waardevol zijn voor de student en de opleiding. Bij een kunstvakopleiding moet een student bijvoorbeeld zijn of haar talent voor de opleiding tonen. Voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs vraagt Bussemaker terughoudendheid bij het toepassen van selectie. “Selectie mag nooit groepen benadelen of kansengelijkheid ondermijnen. Alle studenten die een selecterende opleiding willen gaan volgen, moeten zich onbelemmerd en zelfverzekerd voelen zich hiervoor aan te melden.”

Eigen bijdrage

Momenteel vragen instellingen in bepaalde situaties een eigen bijdrage aan studenten voor selectie. Het gaat hierbij gemiddeld om bedragen tussen de 30 en 80 euro. De selectiebijdragen kunnen echter oplopen tot 150 euro voor een selectiedag en zelfs 225 euro voor een meerdaagse selectie. Bussemaker beëindigt dit, waarbij een aantal instellingen met selectie compensatie krijgt.

Goed onderwijs

Het ministerie van Onderwijs benadrukt dat goed onderwijs de onbetwiste prioriteit op hogescholen en universiteiten moet zijn. Minister Bussemaker maakte tijdens de opening van het hbo-jaar en het academisch jaar bekend dat docenten in het hoger onderwijs vanaf 5 september 2016 een aanvraag kunnen indienen voor de eerste tien Comeniusbeurzen van 50.000 euro per beurs. Deze beurzen moeten de vernieuwing van het hoger onderwijs stimuleren.

Onderwijsinnovatie

De beurzen gaan naar docenten die met onderwijsinnovatie gelijke kansen en ‘inclusief onderwijs’ binnen een diverse studentenpopulatie bevorderen. “De voorstellen moeten plannen bevatten om te komen tot een onderwijsomgeving die recht doet aan verschillende talenten, leerstijlen en achtergronden van studenten. Een onderwijsgemeenschap waarin alle studenten het gevoel hebben er bij te horen en die ten goede komt aan hun persoonlijke ontwikkeling en studieprestaties”, legt Bussemaker uit.

Bron: Rijksoverheid.nl