Veel mensen zien kantoorpolitiek als immoreel ‘rattengedrag’. Wil je een succesvol informeel leider zijn dan heb je kantoorpolitiek echter hard nodig in de netwerkorganisatie van de 21ste eeuw. Dat leiderschap is met de vijf tips uit deze blog ook best mogelijk zonder gekonkel.
Volgens Leren.nl is kantoorpolitiek ‘de kunst van het beïnvloeden en manipuleren van de gang van zaken in een organisatie, via informele lijnen van macht en invloed, gericht op bepaalde doelen.’ De woorden ‘beïnvloeden en manipuleren’ roepen bij veel mensen walging op. Ze denken dan aan gekonkel en zelfs rattengedrag.
Kantoorpolitiek is echter een vast onderdeel van de huidige netwerkorganisaties met zelfsturing en vele soorten nieuw leiderschap. Formele status ontbreekt vaak in autonome teams. Toch willen de leden van die teams dingen voor elkaar krijgen in hun team en organisatie. Hierbij draait het vooral om tact en overtuigingskracht. Het is een misverstand dat bij dergelijk informeel leiderschap ellebogenwerk en rattenstreken nodig zijn. De volgende vijf tips laten zien wat nodig is om informeel leider te zijn.
Voor informeel leiderschap is een positieve houding essentieel. Enthousiaste medewerkers kunnen hun instelling op hun collega’s overbrengen. Cynici op het werk kunnen heel humoristisch zijn, maar ze zijn ongeloofwaardig als leider. Positief zijn betekent dat de informele leider zo min mogelijk deelneemt aan coalitievorming. Hij doet dus niet aan ‘wij tegen zij’ en al helemaal niet aan roddel en achterklap. Een informele leider is nog meer dan zijn formele tegenhanger afhankelijk van de onderlinge relatie met collega’s.
Voor steun moeten informele leiders hun collega’s overtuigen van hun missie. Oftewel, ze worden missionaris. De teamleden volgen niet de leider maar de missie. Deze missie dient veel doelen: binding van het team, kanaliseren van energie, focus op de hoofdtaak, een goede basis voor besluiten en motivatie. Het talent van een informele leider is dat deze de teamleden het gevoel geeft dat de missie hun eigen keuze is. Onderzoek toont aan dat als mensen ergens zelf voor kiezen, ze vijf keer zo sterk betrokken zijn bij het eindresultaat.
De grote valkuil van betrokken en gemotiveerde informele leiders is dat ze gefrustreerd raken als ze veel belemmeringen tegenkomen. Frustraties zorgen ervoor dat ze gespannen overkomen. Dat gaat ten koste van hun leiderschap. Mensen verwachten van een leider kalmte en evenwicht. De informele leider kan de ‘missie’ dus beter niet te persoonlijk maken. Lukt het allemaal niet, dan is dat jammer en een volgende keer beter. Bij informeel leiderschap hoort relativeringsvermogen.
De drijfveren van werknemers kunnen soms verrassend van elkaar verschillen. Sommigen vinden het een grote beloning om deel te nemen aan een spannend project. Andere collega’s zijn vooral bezig met geld verdienen. Daarnaast zijn er medewerkers die dolblij zijn als ze een eigen ‘toko’ hebben met afgebakende verantwoordelijkheid en titel. Kennis van de drijfveren van collega’s is cruciaal voor het volgende advies.
Uit onderzoek van Adam Grant bleek dat ‘nemers’ vaak op korte termijn succesvol zijn. Omdat het ze niet lukt om duurzame relaties te ontwikkelen, verdwijnt dat succes snel. Verder liet het onderzoek zien dat de gevers vaak het minst succesvol zijn, omdat ze zich laten misbruiken. Kunnen ze dat voorkomen, dan zijn ze juist het meest succesvol van iedereen. Gevers hebben een ijzersterk netwerk. Degenen die ze hebben geholpen, doen graag iets terug.
In de netwerkmaatschappij is de kunst van het geven belangrijk. Social media zorgen ervoor dat onderlinge contacten langer blijven bestaan. Daarnaast blijven werkenden elkaar met de wisselende projectteams tegenkomen. Hierdoor blijven mensen voortdurend in contact met anderen aan wie ze hebben gegeven, of van wie ze hebben genomen. Voor gevers is het echter belangrijk dat ze ook kunnen vragen. Als het nodig is om een gunst terug te vragen, moeten ze dat ook doen.
Bron: Management Team