Mijn dochters hebben sinds kort een konijn. Stampertje. Stampertje lijkt tevreden. Hij heeft een mooi hok, krijgt iedere dag eten en drinken en wordt geknuffeld. Maar is stampertje gelukkig? Of zijn de konijnen die vrij buiten rondlopen, ondanks de gevaren zoals katten en buizerds, veel gelukkiger? Deze metafoor is tekenend voor geluk. Gelukkig zijn en werkgeluk is een prachtig streven, maar zorg dat je het ultieme geluk nooit bereikt.
Net als vele anderen, beschouw ik geluk als een subjectief gevoel van welbevinden. Een soort state-of-mind. Ongelukkige momenten of gebeurtenissen kunnen onafhankelijk van een algeheel geluksgevoel bestaan. Als je bijvoorbeeld een dierbare verliest, hoeft dat je algehele geluksgevoel niet in de weg te staan. Ondanks de impact die het op je leven heeft. Geluk is ook sterk gerelateerd aan anderen. Je meet geluk af aan de groep waarmee je je identificeert.
Voor mij zijn twee termen bepalend voor werkgeluk: ‘purpose’ (een doel) en ‘pleasure’ (plezier). Mensen moeten het gevoel hebben dat hun werk ertoe doet, anders gebeurt er weinig. Zonder doel kun je immers niet scoren. Plezier is de tweede pijler, net zo belangrijk. Want scoren zonder er plezier aan te beleven is niet leuk. Dan denk ik weer aan ons konijn. Heeft Stampertje een doel? En waar beleeft hij plezier aan?
Het lastige aan purpose en pleasure is dat de begrippen arbitrair lijken, want ze zijn voor iedereen anders. Toch is het tegendeel waar. Om het werkgeluk in de publieke sector te vergroten is het aan het bestuur, management en HRM’ers binnen organisaties om te zorgen dat over het gemeenschappelijke en beïnvloedbare deel is nagedacht. De publieke sector heeft daarin een belangrijk voordeel. Het doel van de overheid, het onderwijs, zorg & welzijn en cultuur staat buiten kijf; een verschil maken voor mensen in onze maatschappij. Medewerkers voelen waarvoor ze werken en dit maakt hen gelukkig (medewerkers in de publieke sector zijn gelukkiger dan medewerkers in de private sector red.).
Maar dan komt het plezier. Ik denk dat de publieke sector meer durf moet tonen om plezier in het werk te creëren. Dit betekent dat je niet altijd naar efficiëntie moet kijken. Het argument is te vaak dat er meer met minder gedaan moet worden. Dit is niet de manier om mensen te motiveren, want van efficiëntie is nog nooit iemand harder gaan rennen. Medewerkers moeten ‘empowered’ worden. Minder directe sturing van bovenaf en meer verantwoordelijkheid bij de mensen. Kijk naar succesvolle start-ups. Die hebben geen geld maar wel een sterke motivatie, en worden gelukkig van wat ze doen.
Geluk is dus een werkwoord. Je moet erin investeren en blijven investeren. Op het gebied van werk speelt de werkgever hierbij een belangrijke rol. Bij Driessen staan geluk en werkgeluk centraal in onze bedrijfsplannen. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat gelukkige medewerkers zorgen voor gelukkige klanten. Dit heeft ertoe geleid dat wij door Kantar TNS zijn benoemd tot High Performance Organisation. Een benaming voor organisaties die buitenproportioneel hoog scoren op medewerkertevredenheid en motivatie.
Maar hier schuilt tegelijk het gevaar. Als de tevredenheid doorslaat, remt dat de ontwikkeling. En dan kom ik weer bij Stampertje, ons konijn in zijn warme hok dat alles heeft wat zijn hartje begeert, behalve een doel (purpose) in zijn leven. Het doel dat wilde konijnen wel hebben. Dit vergelijk ik met mezelf en mijn collega’s. Wij zijn uitermate gelukkig in ons werk, en hebben tegelijkertijd een doel. Onze gezonde mate van ontevredenheid zorgt ervoor dat we blijven zoeken naar wat beter kan, naar innovatie om voorop te lopen. Het is niet het behalen van het doel dat leidt tot geluk, maar het plezier op de weg ernaar toe.
Meer lezen? Het volledige artikel staat in de publicatie Werkgeluk van Driessen HRM. Deze is kosteloos aan te vragen voor leidinggevenden en HRM’ers in de publieke sector via www.werkgeluk.nl.