Van alle beroepsgroepen zijn ambtenaren het jongst als ze met pensioen gaan. Dit laat onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zien. Op korte termijn bereiken veel gemeenteambtenaren de pensioenleeftijd. Voordat ze afzwaaien, kunnen gemeenten nog veel hebben aan hun kennis en ervaring.
Voor de gehele beroepsbevolking was de gemiddelde pensioenleeftijd vorig jaar 64 jaar en 5 maanden. Werknemers in de publieke sector gingen gemiddeld bijna een jaar eerder met pensioen, namelijk met 63 jaar en 7 maanden. Opvallend is dat voor het eerst in tien jaar de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers niet steeg. Het gemiddelde was hetzelfde als in 2015.
Rond 2000 was de gemiddelde pensioenleeftijd nog zo’n 61 jaar. Die leeftijd begon in 2007 te stijgen, vanwege regel- en wetgeving om langer doorwerken te stimuleren. Het percentage werknemers dat voor hun 65ste met pensioen gaat, is daarna gehalveerd. Daarnaast hebben de structurele verhogingen van de AOW-leeftijd vanaf 1 januari 2013 de pensioenuitstroom sterk beïnvloed.
Meer dan een zesde van de gemeenteambtenaren bereikt de komende vijf jaar de pensioenleeftijd. De piek van deze grote uitstroom is volgend jaar. In 2018 gaan 4525 gemeenteambtenaren met pensioen. Dat is 2,9 procent van de totale bezetting. De jaren daarna neemt de uitstroom iets af tot 2,7 procent van de bezetting volgens de Personeelsmonitor 2015 van het A+O fonds Gemeenten.
Tot enkele jaren geleden waren er zorgen over kwaliteitsverlies vanwege de vergrijzing. Volgens deskundigen is er geen reden meer tot zorg. Nu zijn gemeenten er eerder blij mee. Vanwege bezuinigingen en een andere manier van werken zijn steeds minder ambtenaren nodig. “In die zin is natuurlijk verloop een welkome en relatief goedkope uitweg om de omvang van de bezetting terug te dringen”, stelt Bart Verhaagen, specialist strategische personeelsplanning.
Bijzonder Hoogleraar Zeger van der Wal raadt overheidsorganisaties aan om zich bewust te zijn van de voordelen van de senior-ambtenaar. “Het is ten eerste volkomen improductief om een oudere generatie af te schrijven, helemaal omdat we uiteindelijk toch tot ons 67ste door zullen moeten werken.” Hij benadrukt daarbij het belang van mentoring en omgekeerde mentoring, zodat de generaties elkaar kunnen versterken. “Als je zelf een jonge overheidsmanager bent, kun je vreselijk veel leren van je 60-jarige collega.”
Bron: Binnenlandsbestuur.nl
