Artikel
9 jun '17
9 juni '17
3 min

Ga samen voor meer bevlogenheid!

Gelukkige medewerkers zijn goed voor de organisatie. Zo nu en dan wil je dan ook weten hoe je organisatie ervoor staat. Waar het klassieke medewerkersonderzoek vaak gericht was op de tevredenheid, wordt nu steeds vaker ingezoomd op de bevlogenheid van medewerkers. En dat is niet zonder reden.

Tevredenheid versus bevlogenheid

Frank Oderkerk deed in 2015 onderzoek naar de werkbeleving van gemeentelijke professionals in Nederland. Hij maakte daarbij een duidelijk onderscheid tussen tevredenheid en bevlogenheid: ‘Bevlogenheid wordt gekenmerkt door activiteit en plezier en heeft te maken met gevoelens van opwinding en geluk. Tevredenheid wordt eveneens gekenmerkt door plezier, maar ook door passiviteit en het uit zich in gevoelens van rust en kalmte. In beide gevallen is er dus sprake van een positieve toestand, maar bij bevlogenheid gaat dat gepaard met activiteit, terwijl het bij tevredenheid gepaard gaat met verzadiging en inactiviteit.’

De bevlogen medewerker

De bevlogen medewerker kenmerkt zich door vitaliteit, toewijding en absorptie. En dat heeft vele voordelen voor de organisatie! Zo kun je van de vitale medewerker veel energie en veerkracht verwachten. Hij laat veel inspanning zien op het werk en is een doorzetter, ook wanneer het even tegenzit. De toegewijde medewerker is enthousiast en trots op zijn werk, vindt het werk zinvol en is betrokken, uitgedaagd én geïnspireerd. Wanneer de medewerker ook nog geabsorbeerd is door zijn werk is hij op een prettige manier ondergedompeld en gaat hij op in zijn werk. Het is voor veel organisaties daarom veel interessanter om de ‘bevlogenheid’ van medewerkers te onderzoeken dan de ‘tevredenheid’. Bevlogenheid levert simpelweg meer op.

De gemeente

Oderkerk concludeert dat de gemeentelijke professional niet sterk afwijkt af de gemiddelde Nederlander als het gaat om bevlogenheid. Gemeenten scoren gemiddeld op betrokkenheid, verloopintentie en klantgerichtheid. Maar als het gaat om prestatie scoren gemeenten negatiever dan andere branches. Dit is mogelijk te verklaren door rolonduidelijkheid: een gebrek aan duidelijke afspraken en feedback over verwachtingen en doelen. Naar aanleiding van zijn onderzoek ziet Oderkerk nog volop kansen om de bevlogenheid van gemeentelijke professionals te verhogen. Dit is ook wel nodig om te kunnen meebewegen met de veranderingen die werken in een politieke context met zich meebrengt. En laat die veerkracht nou juist een uitdaging zijn in een van oudsher bureaucratische omgeving.

Goed werkgeverschap

Om bevlogenheid te stimuleren is de rol van de leidinggevende cruciaal; richt je op wat mogelijk is en niet op het aangeven van de grenzen. Daarnaast zullen de gesprekken zich moeten richten op een goede match tussen capaciteiten en vaardigheden; gebruik en stimuleer de professionaliteit van medewerkers. Investeren in een werkomgeving waarbinnen communicatie, persoonlijke ontwikkeling en leiderschap centraal staan, zal volgens Oderkerk zeker zijn vruchten afwerpen. Dit zijn de basisthema’s van goed werkgeverschap: een werkomgeving met uitdagend en passend werk én voldoende energiebronnen zal de aantrekkelijkheid en bevlogenheid van werken binnen de gemeente verhogen.

Bron: F. Oderkerk (2015), Werken aan bevlogenheid. Een onderzoek naar de werkbeleving van gemeentelijke professionals in Nederland (Bestuurswetenschappen, Boom Lemma uitgevers).