Het demissionaire kabinet Rutte II verlengt het uitstel van de handhaving van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) tot minstens 1 juli 2018. Opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen tot die datum geen boetes of naheffingen als de Belastingdienst achteraf concludeert dat er sprake was van een dienstbetrekking. Een uitzondering hierop geldt voor ‘kwaadwillenden’.
Volgens het kabinet werd na de ingang van de wet DBA duidelijk dat de arbeidswetgeving niet meer aansluit bij de huidige praktijk voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Daarom vond ambtelijk onderzoek plaats naar herijking van de arbeidswetgeving. De handhaving van de DBA was daardoor opgeschort tot in elk geval 1 januari 2018.
De uitkomsten van het onderzoek zijn ondertussen bekend. Er zijn tien aanbevelingen gedaan om de wet DBA aan te passen. Deze worden meegenomen tijdens de formatie. Het nieuwe kabinet bepaalt hoe het vervolg eruitziet. Staatssecretaris Wiebes stelt de handhaving nu uit tot 1 juli 2018. Opdrachtgevers en opdrachtnemers moeten volgens hem voldoende tijd krijgen om hun werkwijze aan te passen op de nieuwe wetgeving.
Opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen geen naheffingen en boetes van de Belastingdienst zolang de toekomst van de wet DBA onduidelijk is. Uitzondering hierop zijn ‘kwaadwillenden’. Dat zijn opdrachtgevers of opdrachtnemers die opzettelijk zeer duidelijke schijnzelfstandigheid laten ontstaan of voortbestaan. Het kabinet benadrukt dat de handhaving zich eerst richt op de ernstigste gevallen. Dat zijn de situaties waarbij partijen overduidelijk de wet overtreden. Voor deze groep geldt een repressief handhavingsbeleid. Kortom, alhoewel de handhaving van de wetgeving wederom uitgesteld is, gelden op het moment nog steeds dezelfde spelregels. Het is geen vrijbrief om door te gaan op een manier die niet in overeenstemming is met de wet DBA, aangezien er in sommige gevallen toch risico op naheffingen en boetes kan ontstaan.
Uitstel van de handhaving van de wet DBA betekent een verlenging van de implementatieperiode van de wet. Er verandert ons inziens niets in deze verruimde implementatieperiode. In de implementatieperiode hebben opdrachtgevers en opdrachtnemers een inspanningsverplichting om de wet goed te implementeren. Dit wil zeggen dat men moet kunnen aantonen inspanning te hebben verricht ten aanzien van het inregelen van de wet in hun werkwijze. Driessen kan u op dit vlak ontzorgen en uw organisatie helpen bij het klaarstomen voor de toekomst.
Bron: Rijksoverheid.nl