Artikel
24 jul '17
24 juli '17
2 min

Chronisch zieken aan het werk

Hoe kan het dat de ene persoon met chronische klachten wel een baan heeft en de ander niet? Hoogleraar Sandra Brouwer, tevens vicevoorzitter van de wetenschappelijke programmaraad van het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC), geeft antwoord: ‘Het gaat niet alleen om werk gerelateerde factoren, zoals werkbelasting en steun van de leidinggevende. Ook de thuissituatie speelt een belangrijke rol.’

Ziekte overstijgende factoren

Uit het onderzoek van Brouwer blijkt dat niet alleen medische factoren bepalen of iemand duurzaam kan (blijven) werken. Ook persoonlijke en ziekte overstijgende factoren spelen een rol. Onder persoonlijke factoren valt de eigen motivatie om te werken of het kunnen omgaan met de gevolgen van ziekte. Ook het thuisfront heeft hierin volgens het onderzoek van Brouwer veel invloed. Het gaat zowel om de ervaren sociale steun als om ziektepercepties en gedragingen van de omgeving zoals partners en vrienden. Deze informatie is gebundeld in de bibliotheek arbeidsparticipatie en chronische ziekte, waarin wetenschappelijke kennis over determinanten van arbeidsparticipatie en interventies te vinden zijn.

Betrekken van sociale context

Om arbeidsparticipatie te beïnvloeden wordt de sociale context nog te weinig benut volgens Brouwer. ‘We willen inzicht krijgen in hoe partners, andere naaste familieleden of vrienden invloed kunnen hebben op de klachten en het gedrag van een chronisch zieke medewerker,’ aldus Brouwer. Met de resultaten van het onderzoek naar de sociale context wil Brouwer de sociale omgeving beter betrekken in de beoordeling en begeleiding van de chronisch zieken door professionals, zoals arbeidsdeskundigen, bedrijfsartsen en verzekeringsartsen.

De rol van HR

HR moet meer aandacht hebben voor de gevolgen van de ziekte voor het arbeidsvermogen en de geschiktheid van werk voor de chronisch zieke medewerker. Brouwer: ‘wanneer het nodig is moet HR bereid zijn om actief mee te denken en werken over de wijze waarop de chronisch zieke medewerker, met eventuele aanpassingen, nog wel aan het werk kan zijn. Laat een arbeidsdeskundige meedenken over de aanpassingen op het werk maar ook over eventuele andere factoren die van invloed (kunnen) zijn. Klachten zijn er in alle soorten en maten maar de ervaren klachten en gevolgen voor het dagelijks functioneren verschilt in aard en type. Dit maakt dat de ene persoon nog prima zijn werk kan doen terwijl het voor de ander minder mogelijk is.’

Bron: PW.