Artikel
12 mrt '18
12 maart '18
4 min

Gemeente heeft procesambtenaar 3.0 nodig

Het beeld van de terugtrekkende overheid is te ver doorgeschoten. De gemeente moet actiever worden in de participatiesamenleving. Hiervoor zijn wel 3.0 ambtenaren nodig. Dit stelt Hans Boutellier, wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut.

Volgens Boutellier leven we in een postideologische en pragmatische maatschappij. Hij vindt dat problematisch. “Want we geloven er niet echt in – althans niet zoals in bijvoorbeeld een religie of het communisme. De passie en de richting moet tegenwoordig echt uit onszelf komen.” Boutellier vindt  dat daarom een nieuw type bestuurder en ambtenaar nodig is, zeker bij de lokale overheid.

Procesambtenaar

Boutellier schreef afgelopen najaar met Freek de Meere en Rob Gilsing het rapport ‘De professie of het proces; De zoekende praktijk van de ambtenaar 3.0’. Volgens Boutellier is de ambtenaar 3.0 een procesambtenaar die ergens aan wil werken zonder dat hij vooraf weet wat eruit komt. Dat past helemaal in de huidige improvisatiemaatschappij. “De ambtenaar 3.0 is veel op pad en minder op kantoor dan zijn collega’s. En hij houdt van initiatief nemen.”

Intermediair samenleving en stadhuis

Slechts een klein deel van de gemeenteambtenaren is volgens Boutellier een ambtenaar 3.0. “Ik schat zo’n tien procent. Je moet het leuk vinden om te netwerken en met burgers samen te werken. Als je liever volgens vaste protocollen werkt, is het niets voor jou. En dat is prima, er blijven ook gewoon vakinhoudelijke specialisten nodig.” De kleine groep procesambtenaren trekt als intermediair tussen de samenleving en het stadhuis, het hele apparaat toch mee.

Spanningen met vakambtenaar

Boutellier onderkent dat dat zorgt voor spanningen tussen de procesambtenaar en de vakambtenaar. “De laatste is bang dat haar of zijn expertise wordt gemarginaliseerd en kijkt bezorgd toe wat de uitkomst zal zijn van het proces. Er is soms sprake van professionele krenking.” Daarnaast zit er volgens onderzoekers spanning tussen ‘de logica van de organisatie en de dynamiek van het proces’. Dat treedt vooral op bij de ‘regulerende’ functie van de gemeente, zoals vergunningen, financiële regelingen en lokale geboden en verboden.

Traagheid van het systeem

“Inhoudelijke ambtenaren hebben nogal eens bedenkingen bij de ontwikkelingen”, stelt Boutellier. “Zij beschouwen zichzelf als experts op hun beleidsterrein en zien niet in waarom burgers of collega’s zonder kennis van zaken mee zouden moeten praten. Ze gebruiken de traagheid van het systeem om ontwikkelingen te traineren.”

Systeem kan blijven

De nieuwe werkwijze botst met het systeem, maar gemeenten hoeven dat niet te veranderen. Dat systeem heeft namelijk een bepaalde institutionele logica. Boutellier: “Het is goed dat er kapvergunningen en bestemmingsplannen bestaan. Bovendien functioneert onze klassieke Weberiaanse bureaucratie op zich nog prima. Voor efficiënt en doelmatig werken, is veel te zeggen.” Hij vindt dan ook niet dat het hele openbaar bestuur overhoop moet. Er moet echter wel degelijk wat gebeuren, omdat de maatschappij nu eenmaal ingrijpend verandert. “Ik heb liever een geleidelijk proces dan een revolutie.”

Gemeenteraad onder druk

Boutellier beklemtoont dat de werkwijze van de ambtenaar 3.0 ook op gespannen voet kan staan met de kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad. “De keuze voor een ‘proces’ in plaats van een afgebakend kader betekent dat de uitkomst ongewis is, moeilijk stuurbaar en politiek nauwelijks controleerbaar. Paradoxaal genoeg leidt de beoogde ‘participatieve democratie’ soms tot depolitisering van het lokale bestuur.” 

Hoofdlijnen

Raadsleden moeten volgens Boutellier meer op hoofdlijnen besturen. Het risico bestaat dan wel dat de gemeenteraad onvoldoende wordt betrokken bij projecten. Het is dan de taak van de procesambtenaren en het college om de raadsleden goed te informeren.

Ontevreden burgers

De wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut is er niet zo optimistisch over dat burgers meer het initiatief nemen in plaats van de gemeente. “Inwoners hebben veel verschillende en vaak tegenstrijdige meningen en zijn niet zelden ontevreden als ze hun zin niet krijgen. Wat mij betreft is het beeld dat de overheid zich terug kan trekken te ver doorgeschoten.”

Improvisatie of autoritair bewind

Wel vindt Boutellier dat de tijd voorbij is van bestuurders met de boodschap ‘Wij weten wat goed is voor u is’. Hij ziet twee mogelijkheden: een complexe improvisatiemaatschappij of een samenleving met autoritaire leiders. “Kijk maar naar landen als de Verenigde Staten, Rusland of Turkije. Dat lijkt mij een eenvoudige keuze. Zonder zoetsappig te zijn, ik geloof in het belang van sociale cohesie. Betrokken ambtenaren passen daarbij. Juist als burgers meer te zeggen krijgen, blijft de overheid enorm belangrijk. De rol van de gemeente in de netwerksamenleving wordt eerder groter dan kleiner.”

Bron: Binnenlandsbestuur.nl