Het kabinet en de mbo-sector hebben een akkoord ondertekend over de verdere ontwikkeling van het mbo als beroepsonderwijs voor iedereen. In het akkoord staan afspraken over de nieuwe plannen van scholen, gelijke kansen, het verder brengen van kwetsbare jongeren en een leven lang ontwikkelen.
Minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Ton Heerts, voorzitter MBO Raad, ondertekenden op 7 februari het bestuursakkoord ‘Trots, vertrouwen en lef’. Het akkoord is belangrijk voor jongeren, werkenden en werkzoekenden die zich willen bij- of omscholen, samenwerkingspartners zoals het bedrijfsleven en lokale overheden en werknemers. Het mbo is de eerste sector waarmee dit kabinet afspraken heeft gemaakt.
Het kabinet benadrukt dat het mbo er goed voor staat. De laatste zeven jaar investeerden de mbo’s stevig in verdere verhoging van de kwaliteit. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) benadrukt dat dit aantoonbaar is gelukt. De meeste scholen hebben hun financiën en onderwijs op orde. Volgens OCW is de tevredenheid van studenten en het bedrijfsleven een inspiratie om verder te verbeteren en kunnen scholen ook als werkgever rekenen op waardering van hun werknemers.
“De Nederlandse mbo’s behoren tot de beste van de wereld. Ik heb vertrouwen in deze sector. Vertrouwen in de studenten die worden opgeleid en de docenten die dat doen. Nu er vertrouwen is, vraag ik mbo-scholen lef te tonen en maximaal transparant te zijn. Om het mbo nóg sterker te maken”, aldus minister Van Engelshoven.
Volgens Heerts van de MBO Raad is het mbo het hart van de maatschappij en cruciaal voor onze economie. “De mbo-scholen zijn er niet alleen voor het opleiden van vakmensen met de juiste skills voor de arbeidsmarkt van morgen, maar ook voor bijdragen aan de maatschappelijke opdracht die de regering centraal stelt in het regeerakkoord: goed burgerschap. En voor het kunnen bieden van gelijke kansen aan iedereen.”
Het bestuursakkoord geeft de scholen dan ook de ruimte om de komende jaren specifieker aandacht te schenken aan jongeren in kwetsbare posities. Dat kan bijvoorbeeld door intensere samenwerking met het vmbo en het praktijkonderwijs. Dit moet de overgang voor kansrijke jongeren naar het mbo vergemakkelijken en een diploma en daarmee kansen op de arbeidsmarkt beter mogelijk maken.
Scholen kunnen zich daarnaast volgens OCW verder specialiseren als ‘natuurlijke partner’ binnen een leven lang ontwikkelen voor studenten, voor het bedrijfsleven en voor (lokale) overheden. “Het akkoord biedt tegelijk ruimte en vertrouwen aan scholen om als werkgever aantrekkelijk te zijn en te blijven”, aldus het ministerie. Onder andere het verminderen van administratieve lasten door het schrappen van overbodige regelgeving moet leiden tot meer werkplezier.
Het akkoord onderstreept het belang van regionale samenwerking. Van Engelshoven: “Mbo-scholen hebben een belangrijke rol in onze samenleving. Het beroepsonderwijs ondersteunt veel jongeren op weg naar een eigen bestaan. Aansluiting bij de regio is daardoor zo belangrijk. Door de opleiding van studenten meer up-to-date te houden met de nieuwste regionale innovaties, hebben studenten straks meer kans op het vinden van een goede baan. De mbo-scholen bied ik de ruimte om flexibeler mee te bewegen met ontwikkelingen in hun regio.”
Heerts benadrukt dat de scholen maximaal betrokken zijn geweest bij de inhoud en dat ze de afspraken steunen. “Zij gaan nu de afspraken verder uitwerken met partners in de regio, waaronder het bedrijfsleven en de gemeentes. Mooi ook dat we dit akkoord juist nu, zo vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen, sluiten. Ik roep alle nieuwe coalities die straks gevormd worden om met de scholen de mouwen op te stropen en een mbo-agenda af te spreken.”
De looptijd van het nieuwe bestuursakkoord is vier jaar (2018-2022). Een onafhankelijke commissie bewaakt de voortgang van de gestelde doelen. Deze monitort de kwaliteitsagenda’s van de mbo-scholen. De commissie wordt geleid door Michiel Scheffer, namens D66 gedeputeerde van de provincie Gelderland. Bij de monitoring maakt de commissie maximaal gebruik van de inbreng van docenten, studenten, werkgevers.
Bron: Rijksoverheid.nl