Artikel
26 mrt '18
26 maart '18
4 min

Waar haal je de energie vandaan?

Onlangs kwam mij het boekje “Waar haal je de energie vandaan” van Hans van der Loo en Patrick Davidson onder ogen. Nu kamp ik bepaald niet met een gebrek aan energie - volgens mijn omgeving soms eerder met een overschot - maar ik wilde me toch graag laten verrassen door de inhoud.

Vier energiezones

De schrijvers onderscheiden vier energiezones. De zones zijn gebaseerd op verschillen in intensiteit en kwaliteit van de energie. Intensiteit heeft betrekking op de volheid (of leegte) van je batterij en kwaliteit heeft betrekking op hoe je in het leven staat: kijk je positief of negatief naar het leven? Zo komen ze tot:

De zombiezone

Daarin is de kwaliteit laag en de intensiteit ook. Deze zone wordt bevolkt door de DoDo’s: medewerkers die zijn afgehaakt en hun tijd uitzitten. 8% van de ondervraagden, gebaseerd op een onderzoek naar ruim vierduizend werkenden in Nederland, zit in deze zone.

De hyperzone

In deze zone is de intensiteit hoog en de kwaliteit laag. In deze zone leven de NoNo’s. Ze staan vaak onder grote druk en gebruiken hun tijd vooral om te overleven en brandjes te blussen. Voor veranderingen of nieuwe dingen hebben ze geen tijd. Liefst 39% van de onderzochte werkenden herkent zich hierin.

De comfortzone

Hoge kwaliteit, lage intensiteit. Dat is kenmerkend voor de comfortzone. In de comfortzone bevinden zich de tevreden ZoZo’s. Alles gaat z’n gangetje en dat mag ook zo blijven. 33% van de respondenten bevindt zich in deze zone.

De zinzone

De GoGo’s, 20% van de ondervraagden,  zijn de bewoners van de zinzone. Ze hebben er zin in en gaan er vol energie voor. De kwaliteit en intensiteit van de energie in deze zone zijn dan ook hoog.

Hoe kom je in de zinzone?

Simpelweg: doen! De schrijvers stellen dat doen de beste manier van denken is. Door iets te gaan doen, zet je dingen in beweging. Een succesvolle gedragsverandering kan in 90 dagen gerealiseerd worden, zo stellen zij.

Vijf energiebronnen

De schrijvers hebben na grondig onderzoek bij onder andere onderzoekers, professoren en professionele sporters een lijst van vijf energiebronnen samengesteld. Dit zijn:

1. Positiviteit

In ons brein zit een klein gebiedje dat dopamine bevat: het “positieve brein”, dat de schrijvers omschrijven als de groene knop. Daarnaast beschikt ons brein ook nog over twee andere knoppen: de rode knop (je overlevingsbrein) en de blauwe knop (de automatische piloot). Autonomie, positiviteit, zelfvertrouwen en optimisme activeren de groene knop.

2. Aandacht

Je krijgt meer energie wanneer je aandacht niet versnipperd raakt. Versnippering kun je voorkomen door te handelen vanuit een visie: hoe zie jij de wereld graag en waar gaat je aandacht naar uit? En wees alert: richt je aandacht bewust. Ook creativiteit helpt je om je aandacht te richten. Je signaleert niet alleen maar nieuwe ontwikkelingen, maar gaat er creatief mee aan de slag. Een vierde manier is om steeds te blijven leren en groeien. Onze kennis veroudert snel. Zorg daarom dat je bijblijft.

3. Ambitie

Einstein zei: “Ik ben niet slimmer dan de anderen. Ik weet wat ik wil en blijf gewoon langer aan mijn doel vasthouden.”

Ambitie gaat over het kiezen van je lange-termijn-ambitie. Om er dan vervolgens voor te gaan, wilskracht te tonen en stap voor stap vooruit te gaan.

4. Bevlogenheid

Bevlogenheid stimuleer je door je innerlijke drijfveren te volgen, zo veel mogelijk je talenten te gebruiken, wendbaar te zijn en veerkracht te tonen.

5. Verbinding

Jezelf met anderen verbinden geeft extra energie. Er zijn vier manieren om samen meer energie te krijgen dan alleen: bouw aan vertrouwen, toon verbondenheid, leg empathie aan de dag en richt je op synergie in gemeenschappelijke prestaties.

Stappenplan

Dertig jaar onderzoek door hooggeleerden rond de Amerikaanse professor John Norcross heeft geleid tot een stappenplan om tot succesvolle zelfverandering te komen. In het stappenplan komen weer elementen aan de orde die we bij de vijf energiebronnen aantroffen.

Stap 1: Luister naar je emoties: emoties zijn de motor van verandering

Stap 2: Gebruik je verstand goed: onderzoek wat je precies wil bereiken

Stap 3: Ga stap voor stap aan de slag: experimenteer met nieuw gedrag en leer wat werkt en wat niet

Stap 4: Zet door en toon veerkracht: soms is het ook nodig om de veranderingen anders aan te pakken wanneer je je hoofd hebt gestoten.

Stap 5: Zoek samen naar versterking: nieuwe gewoontes ontwikkel je niet alleen, maar samen met anderen.

Tot slot

En, was ik nu verrast door de inhoud? Voor een groot deel was het zeer herkenbaar, maar er zaten ook zeker eyeopeners tussen. Het motiveert in ieder geval om aan de slag te gaan!