31 december 2010: Ik word wakker door een ontploffende brievenbus. Ha lekker, het is weer Oudejaarsdag in huize Driessen. De hele ochtend heb ik al knallen gehoord en vliegen de vuurpijlen door onze tuin. Maar tradities zijn er om in ere te houden, dus ik waag me tegen beter weten in de straat op om oliebollen, een fles champagne en vuurwerk te halen. Hevig gestrest en achterdochtig op de fiets naar de oliebollenkraam geracet, want achter iedere boom kan zo’n hels ventje staan die een strijker tussen mijn wielen smijt. Bij de oliebollenkraam staat een rij waar je u tegen zegt. Ik sluit braaf achteraan in de rij, want één van mijn goede voornemens is dat ik meer geduld ga hebben in 2011. Een record, zelfs voor mij: drie kwartier later heb ik mijn eerste goede voornemen al verbroken nog voor het nieuwe jaar is begonnen.
Met een zakje oliebollen in de ene verkleumde hand en een vuurpijl in mijn kraag stap ik ‘slechtgemutst’ op mijn fietsje naar de volgende hindernis: de slijterij van de supermarkt. Complete anarchie heerst in de plaatselijke Appie. Mensen wensen elkaar van alles toe, behalve een gelukkig Nieuwjaar. Eén voor allen, allen voor één. Ik duik op de laatste fles champagne en kruip ongezien naar de kassa. Bliep bliep en de beste wensen. En dan, la piece de resistance, vuurwerk halen. Met de benen buiten hangen krijgt een andere dimensie bij het aanschouwen van de volledig volgestampte bouwmarkt. Als haringen in een ton beweegt de meute zich naar de balie, waar een gillende keukenmeid vuurwerkpakketten verkoopt alsof het einde van de wereld nabij is. Mijn tweede goede voornemen voor 2011 is dat ik beter mijn tijd wil gaan indelen, dus ik besluit om daar nu mee te beginnen.
Voor mij geen vuurwerk vanavond, want als ik nu mezelf laat verzwelgen door deze mensenmassa dan ben ik niet voor 12 uur thuis. Zou jammer zijn van de oliebollen, dus trots stap ik op mijn fietsje. Maar noem me een romanticus, ik kan het niet laten: toch nog even dat ene magische Staatslot kopen bij de sigarenboer. Als ik eindelijk aan de beurt ben, vraag ik jolig: ‘Eenmaal het winnende lot, alstublieft’. Met een vermoeid lachje overhandigt de vrouw van de sigarenboer me het lot der loten. Terwijl ik me omdraai, mezelf afvragend of de vrouw van een sigarenboer eigenlijk sigarenboerin genoemd mag worden, hoor ik de vrolijke Frans na mij ook vragen om het winnende lot. Als het sigarenechtpaar een euro had gekregen voor iedere keer dat om het winnende lot gevraagd werd, zouden ze nu op Oudejaarsdag niet eens meer hoeven te werken. En de rest van het jaar ook niet. Maar goed, snel naar huis en dan lekker ’s avonds met wat vrienden en familie voor de buis wachten op het moment dat de reuzenklapper op mijn lot valt. Net als 17 miljoen andere Nederlanders overigens, dus erg verstandig is het niet van me. Wiskunde was toch nooit mijn ding, dus ik laat de kansberekening voor wat het is. Al snel blijkt dat de sigarenboer me niet het juiste lot heeft verkocht. Terwijl ik mijn lotje doorscheur, breek ik maar meteen mijn derde goede voornemen, 5 kilo afvallen, door nog een extra oliebol te verorberen.
Wat maakt het uit, 2010 was voor ons toch een topjaar?! Iedereen is gezond gebleven en midden in crisistijd meer dan 30% groeien met het bedrijf. Wat wil je dan nog meer? Ik ben een gelukkig mens, denk ik bij mezelf, terwijl we af staan te tellen naar het nieuwe jaar. En bijgelovig als ik ben besluit ik om in 2011 helemaal niets te veranderen aan de winnende formule. ‘Never change a winning team’, roep ik uit terwijl de kurk van de champagne plopt. Terwijl ik proost op 2011 sneuvelt direct mijn laatste goede voornemen dat iets te maken had met minder drinken. Da’s pas gelukkig zijn, het nieuwe jaar ingaan zonder goede voornemens…
Bedankt voor uw vertrouwen in ons in 2010 en een gelukkig 2011!
drs. Jeroen Driessen
directeur Driessen