Het aantal basisschoolleraren boven de 55 jaar steeg de afgelopen veertien jaar fors. Zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In het schooljaar 2003/2004 was 11 procent van de leraren in het basisonderwijs ouder dan 55. Dat geldt voor 21 procent van de basisschoolleraren in 2017/2018. Bij de mannelijke leraren is zelfs ruim een derde van de leerkrachten ouder dan 55 jaar. Dat is een op de zes bij hun vrouwelijke collega’s.
Het lijkt er ook niet op dat de gemiddelde leeftijd van de basisschoolleraren de komende jaren gaat dalen door starters. Het aantal eerstejaarsstudenten van opleidingen tot basisschoolleraar is de afgelopen veertien jaar tijd gehalveerd van bijna tienduizend in 2003/2004 naar 4500 in het huidige schooljaar. Het CBS verklaart de daling door strengere selectie-eisen van de pabo-opleidingen. Het aantal studenten dat met een opleiding op een pabo start, steeg de laatste jaren wel licht.
Niet iedere afgestudeerde pabo’er gaat ook lesgeven aan een basisschool. Zo besluit 63 procent van de mannen om iets anders te gaan doen. Het gaat vaak om een baan in het voortgezet onderwijs of als manager. Van de vrouwelijke pabostudenten wordt 57 procent leerkracht in het basisonderwijs.
Het lerarentekort in het basisonderwijs dreigt de komende jaren te stijgen met het grote aantal 55-plussers en de afname van het aantal pabo-studenten. Het CBS geeft ook aan dat het aantal basisschoolleerlingen de komende tien jaar met 70.000 daalt. Het lerarenaantal verhoudt zich echter niet helemaal tot het aantal kinderen in het basisonderwijs, omdat veel onderwijzers in deeltijd werken.
De krapte op de gehele arbeidsmarkt neemt toe. Maar met name in het onderwijs zijn de gevolgen voelbaar. Want zonder leerkrachten kan het onderwijs niet doorgaan. Driessen trekt samen met organisaties in het onderwijs op om het tekort aan leraren aan te pakken. Lees meer over deze oplossingen voor het lerarentekort.