Ouders kunnen na de geboorte van hun kind meer vrij nemen voor hun kind. Dit regelt de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG). Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het wetsvoorstel WIEG op 14 juni naar de Tweede Kamer gestuurd.
Momenteel hebben partners twee dagen door de werkgever betaald verlof na een geboorte. Met WIEG krijgen partners vanaf januari 2019 maximaal een hele werkweek door de werkgever betaald geboorteverlof. Voor mensen die een volledige werkweek werken, is het verlof vijf dagen. Parttimers kunnen aanspraak maken op een geboorteverlof dat net zo lang duurt als het aantal dagen dat ze in de week werken. De partners kunnen het verlof direct opnemen. Het kan ook in de eerste vier weken na de bevalling, bijvoorbeeld als de kraamzorg geëindigd is.
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ziet met trots dat het kabinet zich op deze manier inzet om ouders met kinderen te ondersteunen bij het afstemmen van werk en zorg. “Zeker de eerste dagen met je kind zijn heel bijzonder. Fijn om dan meer tijd te krijgen, zodat je kunt wennen aan het leven met een baby erbij. Dat is een betere start voor iedereen: niet alleen voor de partner van de moeder, maar ook voor de moeder en het kind”, aldus de minister.
De nieuwe wet regelt verder dat partners vanaf juli 2020 in het eerste half jaar na de geboorte van de baby vijf weken extra geboorteverlof kunnen opnemen. Zij hebben dan recht op een uitkering van UWV die 70 procent van het loon bedraagt. Daarnaast is het de bedoeling dat het adoptie- en pleegzorgverlof voor ouders van vier naar zes weken gaat vanaf 1 januari 2019. Hiervoor blijft een uitkering van UWV gelden ter hoogte van 100 procent van het dagloon.
Koolmees vindt een goed begin het halve werk. “Als je vanaf het begin al de taken thuis verdeelt, kun je daar later de vruchten van plukken. Dan doe je het écht samen: samen zorgen, samen werken.” Bovendien laten volgens het ministerie van SZW meerdere onderzoeken zien dat langer geboorteverlof leidt tot een betere binding tussen ouder en kind.
Bron: Rijksoverheid.nl