Interview
21 aug '18
21 augustus '18
5 min

Onderwijs waar natuurlijke nieuwsgierigheid voorop staat

Het onderwijs is in beweging. Waar veel scholen hun onderwijs stapje voor stapje aanpassen aan de 21e eeuw is het Roermondse Agora vier jaar geleden in één keer in het diepe gesprongen.

Natuurlijke nieuwsgierigheid

Niet het bestaande curriculum, maar de natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen vormt het uitgangspunt voor het onderwijs van Agora. “We noemen het hier bewust geen school”, zegt Jan Fasen, één van de oprichters van Agora. “Van een school weten we allemaal hoe dat eruit ziet en we weten allemaal wat er zich binnenin afspeelt. Dit is een agora. Dat is totaal iets anders.” Bij Agora staan de leervragen van de kinderen zelf centraal. Leerlingen van alle niveaus en leeftijden zitten bij elkaar. Ze volgen geen vakken, maar werken in challenges. Leerlingen komen zelf met een leervraag over een bepaald onderwerp. Vervolgens werken ze naar een eindproduct toe. Dit betekent volgens Fasen niet dat alles kan en mag: “De persoonlijke leerroute is een didactisch middel, maar wel binnen een pedagogische setting. Leerlingen kunnen het niet zelf. Daar hebben ze een leraar bij nodig.” Die leraar is er niet om die leerlingen te vertellen hoe ze het moeten doen. Hij daagt ze uit om de juiste stappen te zetten.

Samenwerken voor succes

Door termen als maatwerk en persoonlijk leren lijkt het alsof het onderwijs bij Agora zeer individualistisch is. Niets is minder waar, samenwerking is cruciaal. Zo heeft iedere groep leerlingen een gezamenlijke dagstart en -afsluiting. Leerlingen en leraren moeten samenwerken om een challenge tot een succes te maken. Vanaf het begin zijn de ouders sterk betrokken bij het onderwijs van hun kinderen. Iedere acht weken is er een community-avond, waarbij de leerlingen laten zien waar ze mee bezig zijn en wat ze geleerd hebben.

De samenwerking wordt ook nadrukkelijk buiten de eigen muren gezocht. Fasen maakt hierbij handig gebruik van de brede belangstelling die Agora geniet. “Gemiddeld stopt hier een bus per week voor de deur en daar stappen allemaal mensen uit die komen kijken, maar die brengen hun wereld ook naar die kinderen toe. Wij heten leerlingen welkom en vragen ‘Wat is jouw wereld?’ Deel dat met elkaar, zodat ze horen wat zich afspeelt in de wereld.” Vorig jaar resulteerde dat in 194 workshops van externe experts. “Daar hoef je niks voor te doen hè, dat komen mensen je zo brengen.” Ter ondersteuning heeft Agora twee keypartners: de Open Universiteit en een softwarebedrijf uit Berlijn. De ene zorgt voor de wetenschappelijke onderbouwing en begeleiding van het concept. De ander levert de tools waarmee de voortgang van leerlingen wordt bijgehouden. Vanuit de onderwijsinspectie en het ministerie is er volop medewerking. Die is hard nodig, want Agora staat voor een aantal grote uitdagingen.

Groeien onder een vergrootglas

Het vernieuwende onderwijs van Agora valt volledig binnen de bestaande wet- en regelgeving. De eerste lichting leerlingen doet dit jaar ook gewoon eindexamen. Agora ligt onder een vergrootglas. Het succes van het model zal worden afgemeten  aan de examenresultaten, terwijl het examen haaks staat op de uitgangspunten van Agora. Mochten de leerlingen onverhoopt niet slagen dan betekent dit volgens Fasen niet dat Agora mislukt is, maar dat we eens goed moeten kijken naar de huidige opzet van de examens. “Die discussie ga ik graag aan.” Naast de examens vormt de groei van Agora een grote uitdaging. Waar men vier jaar geleden begon met 34 leerlingen, zijn het er nu 174. Volgend schooljaar zullen dat er 275 zijn. Fasen vond het tweede jaar het beste jaar. “Toen hadden we 67 leerlingen. Dat was een situatie waarin je elkaar kende, waar iedereen elkaar groette. We hadden geen processen en structuren nodig om dat beheersbaar te maken.” In het komende schooljaar gaat Agora daarom werken met vier basiscommunities van 70 leerlingen. De groei vindt volgend schooljaar ook buiten Roermond plaats. Op zes plaatsen in het land starten scholen een Agora-afdeling. Een nieuwe vereniging moet ervoor zorgen dat trouw wordt gebleven aan de uitgangspunten, de kwaliteit blijft verbeteren en er synergievoordelen ontstaan.

Geen normjaartaak

De groeiende organisatie heeft voor extra druk bij het personeel gezorgd. Toch ervaren de medewerkers van Fasen vooral veel werkgeluk. Als hij al gesprekken heeft met de bedrijfsarts over zijn personeel, gaat het over de vraag hoe hij kan voorkomen dat ze zichzelf voorbij lopen in hun enthousiasme. Net zoals de leerlingen krijgen ook de medewerkers veel ruimte: om gezamenlijk beslissingen te nemen en om zichzelf te ontwikkelen. Iedere medewerker heeft een aanstelling van tenminste 0,8fte. Met normjaartaken wordt niet gewerkt. Vertrouwen is de basis. Dat geldt ook voor de dag in de week die medewerkers vrij hebben om zelf in te vullen. De ruimte hiervoor kan worden gecreëerd, omdat leraren op Agora nauwelijks lesvoorbereidingstijd hebben. Fasen heeft geen moeite om aan nieuwe leraren te komen. Die hebben vaak wel wat tijd nodig en ondergaan een detoxificatieperiode, zoals Fasen het noemt. “Als je die doorlopen hebt, snap je dat het gaat om de relatie en dat je als leraar een bijdrage levert aan de ontwikkeling van kinderen die al lang in gang is gezet. Die begint niet pas wanneer ze hier komen.” En zo blijft iedereen bij Agora in beweging.

Dit artikel is verschenen in de juni-editie van het magazine van Driessen Groep.