Artikel
6 nov '18
6 november '18
4 min

Onderwijs en zorg moeten meer ‘met elkaar in gesprek’

Begin oktober vond de tweedaagse passend onderwijs plaats. Deze was georganiseerd door de PO-Raad, VO-raad, de samenwerkingsverbanden passend onderwijs, het NJi en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Centraal stonden interne en externe communicatie en samenwerking.

Bestuurders van samenwerkingsverbanden en schoolbesturen uit het primair en voortgezet onderwijs, medewerkers van gemeenten en jeugdhulp, ouders en jongeren wisselden tijdens de tweedaagse van gedachten over inclusief onderwijs. Inclusief onderwijs is een alternatief voor speciaal onderwijs. In plaats van dat kinderen met een handicap of leerstoornis naar speciale scholen gaan, krijgen ze bij inclusief onderwijs specifieke hulp op de gewone school.

Luisteren naar ouders en kinderen

De deelnemers aan de tweedaagse kregen van sprekers en tijdens workshops de meest actuele informatie over passend onderwijs. Spreker Joy van der Stel opende de tweedaagse en adviseerde om met kinderen te praten over hun behoeften en om bij hun ouders advies in te winnen. Ze zat daarbij in een hypermoderne rolstoel en benadrukte te denken in kansen en mogelijkheden en niet in obstakels. “Mijn ouders leerden mij al heel vroeg dat mijn beperkingen geen hoofdrol spelen in mijn leven.”

Netwerksamenwerking

Dagvoorzitter Ernst Reichraht onderstreepte dat de inbreng van ouders en kinderen cruciaal is in het onderwijs. Ook stelde hij dat netwerksamenwerking zoals deze georganiseerd is binnen passend onderwijs, best heel ingewikkeld is. Volgens hem komt dat doordat verschillende culturen met verschillende belangen moeten samenwerken en ‘bestuurlijke ego’s soms botsen’. Reichraht adviseerde daarom om met elkaar in dialoog te blijven, omdat je elkaar nodig hebt. “En ga op zoek naar gemeenschappelijke werkagenda’s, gedeeld eigenaarschap en gedeelde principes in het passend onderwijs.”

Ontschotting

Directeur voortgezet onderwijs Christianne Mattijssen van OCW ging in op gemeenschappelijke belangen en het verbinden daarvan. Zij benadrukte dat verbindingen belangrijk zijn in een tijd met steeds meer individualisering. “Sterke schakels worden pas een keten als we gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor het totaal.”Matijssen stelde dat het onderwijs op de goede weg is qua samenwerkingsverbanden, maar dat het beter kan. Als voorbeeld gaf ze de ‘schotten’ tussen onderwijs en zorg. “Daar waar het kan moeten we onnodige schotten tussen onderwijs en zorg slopen, want voor echte verbindingen moeten we met elkaar in gesprek gaan.”

Onderwijs en zorg

Voorzitter Rinda den Besten van de sectororganisatie voor het primair onderwijs, de PO-Raad, vond ook dat onderwijs en zorg elkaar nodig hebben. Zij ziet een aantal problemen voor het onderwijs, die de onderwijswereld niet alleen kan oplossen. Deze problemen komen voort uit de steeds complexere samenleving. Den Besten vindt het hoopgevend dat steeds meer scholen met nieuwe vormen van onderwijs komen, samenwerkingsscholen ontstaan en dat er maatwerk is. Wat volgens haar echter nog ontbreekt, is vertrouwen in elkaars professie en het leren spreken van ‘elkaars taal’. Vertrouwen en begrip zorgen daarbij voor betere verbindingen tussen onderwijs en zorg.

Meer regie

Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad (verenigingsorganisatie voortgezet onderwijs), stelde ‘meer regie naar de leerling’ voor. Hij vroeg zich wel af of er voldoende vaardigheid en capaciteit in het onderwijs is om te zorgen voor inclusief onderwijs. “Zijn de leiders van scholen handelingsvaardig genoeg om zich aan de behoefte van de leerling aan te passen en stellen we de leraren allemaal in staat om dit erbij te doe?”

Ontmoetingsplek voor iedereen

Volgens filosoof en wetenschapper Patrick Loobuyck is inclusief denken in het passende onderwijs (nog) niet vanzelfsprekend. “We moeten empathie ontwikkelen om over inclusie na te kunnen denken.” Alleen daarmee kunnen betrokkenen het wij-zij-denken verlaten en een dialoog aangaan. De filosoof benadrukte dat het onderwijs hiermee een belangrijke sleutel in handen heeft. Het is namelijk de enige plek waar alle burgers samenkomen en elkaar ontmoeten. “Hier leren ze inclusief denken en handelen.”

Bron: PO-Raad