Meer bevlogenheid bij thuiswerken vanwege grotere autonomie geldt niet voor thuiswerkende ambtenaren. Daarnaast zijn gemeentesecretarissen te positief over de ervaringen van medewerkers. Dit is een mogelijk gevaar bij de implementatie van innovaties. Bestuurskundige Hanna de Vries concludeert dit in haar proefschrift over telewerken in de publieke sector en de gevolgen ervan.
Het onderzoek van De Vries richtte zich op de toepassing en effecten van telewerken op gemeenteambtenaren. Hiervoor ondervroeg ze onder andere alle Nederlandse gemeentesecretarissen en OR-leden. Ook deed De Vries een literatuurstudie naar publieke innovatie en de verspreiding en implementatie daarvan. Haar promotieonderzoek hoorde bij het ‘Learning from Innovation in Public Sector Environments’ (LIPSE)-project van het Zevende Kaderprogramma (KP7) van de Europese Commissie.
De Vries keek ook naar de relatie tussen empowerend en controlerend leiderschap en de acceptatie van telewerken door gemeenteambtenaren in een grote Nederlandse gemeente. Bij telewerken hoort een andere wijze van leidinggeven, omdat de ambtenaren ‘uit beeld’ zijn. Een empowerende leiderschapsstijl betekent dat leidinggeven medewerkers veel vrijheid geven bij hun werkzaamheden. Ook mogen ze zelf belangrijke beslissingen nemen. Een controlerende leidinggevende let veel meer op zijn werknemers. De conclusie van De Vries is dan ook dat vooral een empowerende leiderschapsstijl ervoor zorgt dat gemeenteambtenaren meer telewerken.
De effecten van het thuiswerken door gemeenteambtenaren onderzocht De Vries met een dagboekstudie, een nieuwe methode binnen de bestuurskunde. Deze liet vooral de negatieve effecten van thuiswerken zien. De deelnemende ambtenaren misten de contacten met anderen op de werkvloer en voelden minder betrokkenheid bij hun organisatie. Er bleek geen sprake te zijn van een vaak genoemd voordeel van thuiswerken, namelijk een toenemende bevlogenheid door grotere autonomie. Een effectieve manier om de negatieve effecten van thuiswerken te beperken, blijkt het versterken van de relatie tussen medewerker en leidinggevende te zijn.
Volgens De Vries zijn er essentiële verschillen in de percepties van de verschillende belanghebbenden in een gemeente. Gemeentesecretarissen hebben bijvoorbeeld een veel positievere kijk dan OR-leden op de mening van medewerkers over telewerk. In tegenstelling tot gemeentesecretarissen denken OR-leden dat medewerkers vooral de mogelijkheid om telewerk eerst uit te proberen belangrijk vinden. De Vries concludeert dat gemeentesecretarissen hun medewerkers duidelijk positiever inschatten. Als dergelijke topmanagers te rooskleurig denken over de ervaringen van medewerkers kan dat gevaarlijk zijn bij de implementatie van innovaties. De managers schatten dan namelijk ook de effecten van innovaties te positief in.
Bron: HR Praktijk.nl