Nieuwe wetgeving voor zzp’ers gaat niet eerder in dan 2021. De vertraging komt door problemen rond invoering van een minimumtarief voor zzp’ers. Het kabinet vreest dat het huidige voorstel strijdig is met de Europese wetgeving.
Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) meldt in een brief aan de Tweede Kamer dat het kabinet meer tijd nodig heeft voor de nieuwe wet- en regelgeving voor zzp’ers. Het gaat daarbij met name om maatregelen voor meer bescherming van zelfstandigen met een laag tarief. Koolmees wil de nieuwe wet nu per 1 januari 2021 invoeren. Dat is een jaar later dan de bedoeling was.
Het regeerakkoord geeft aan dat de wet DBA wordt vervangen. In de plaats ervan moeten nieuwe regels komen die opdrachtgevers duidelijkheid geven of ze iemand al dan niet als zelfstandige kunnen inhuren. Daarvoor bevat het regeerakkoord drie criteria. Het gaat om de aard van de werkzaamheden, het tarief dat een opdrachtgever betaalt en de lengte van de opdracht.
Vanwege onzekerheid over het minimumtarief en het begrip ‘reguliere werkzaamheden’ is meer uitwerking nodig. Hierbij heeft SZW geconcludeerd dat het uitgaan van een minimum inhuurtarief in strijd kan zijn met het EU-recht. Vooral de omzetting van de opdrachtovereenkomst van de zelfstandige naar een arbeidsovereenkomst zorgt voor problemen. Dit maakt namelijk waarschijnlijk inbreuk op de vrijheid van vestiging (art. 49) en de vrijheid van dienstverrichting (art. 56) van zelfstandigen in het EU-Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
Naast toch verdere uitwerking van het idee van het minimumtarief wil het kabinet daarom ‘alternatieve routes’ verkennen. Uit onderzoek namens het kabinet blijkt dat zo’n 13 procent van de zzp’ers met zakelijke opdrachtgevers binnen de groep met uurtarieven onder de 25 euro valt.
Verder heeft het kabinet gemerkt dat belanghebbenden veel kritiek hebben op het begrip ‘reguliere werkzaamheden’. Dit begrip speelt naast de lengte van de opdracht en hoogte van het tarief een rol in de beoordeling of een opdrachtgever iemand als zzp’er kan inhuren. Het kabinet heeft daarom ook meer tijd nodig om te beoordelen of het voldoende is om uit te gaan van de criteria ‘tarief’ en ‘lengte’.
Volgens afspraak wil het kabinet wel op korte termijn duidelijkheid geven over de term ‘gezagsverhouding’. Dat doet het in het Handboek Loonheffingen dat verschijnt op 1 januari 2019.
De webmodule voor een opdrachtgeversverklaring is naar verwachting eind 2019 klaar. De module bestaat uit vragen voor opdrachtgevers. Ze krijgen een opdrachtgeversverklaring als uit de beantwoording van die vragen blijkt dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Het kabinet wil de nieuwe wetgeving in de eerste helft van 2019 uitzetten voor internetconsultatie.
Bron: Zipconomy.nl