De VNG gaat speciaal voor gemeenschappelijke regelingen een werkgeversvereniging oprichten. Tijdens de Algemene Ledenvergadering op 5 juni 2019 werd dit officieel aangekondigd. Waarom doet de VNG dat?
De Wnra regelt dat gemeenteambtenaren vanaf 1 januari 2020 voor hun arbeidsvoorwaarden onder het burgerlijk recht vallen. De CAR-UWO maakt plaats voor een echte gemeentelijke cao. Die cao is door de VNG met de vakbonden afgesloten. Omdat alle gemeenten in Nederland lid zijn van de VNG, is de cao automatisch op alle gemeenten van toepassing.
Daarnaast kent de VNG ongeveer 170 zogenaamde aangesloten organisaties. Dit zijn meestal samenwerkende ambtelijke organisaties, maar ook samenwerkingsverbanden op het vlak van een bepaald domein, zoals HRM, ICT of sociale werkvoorziening, enzovoorts. Daarnaast zijn er ook omgevingsdiensten en GGD’en. Deze organisaties kunnen echter niet lid worden van de VNG en onderhandelen dus feitelijk niet mee over de cao. Wat is daar het gevolg van?
Dit heeft verschillende gevolgen, maar belangrijk is het volgende. Afspraken die in een cao worden gemaakt, mogen niet afwijken van de wet. Echter, in het Burgerlijk Wetboek, de Wet arbeid en zorg en andere wetten staan ook bepalingen waarvan wèl mag worden afgeweken, mits dat bij cao gebeurt. Dat zijn de zogenaamde bepalingen van driekwart dwingend recht. Een voorbeeld van zo’n bepaling is de ketenregeling (artikel 7:668a BW). Daarvan mag worden afgeweken, mits dat bij cao gebeurt. Stel nu dat de in de Cao Gemeenten zo’n bepaling terecht komt, dan kan die dus niet worden toegepast door de hierboven genoemde aangesloten organisaties. En iedere keer dat een nieuwe cao wordt afgesloten voor de gemeenten, moeten die aangesloten organisaties zelf naar alternatieven zoeken.
In de huidige tekst van de Cao Gemeenten staan overigens op dit moment geen bepalingen die afwijken van het driekwart dwingend recht.
De aansluitingsovereenkomst die veel niet-gemeenten met de VNG hebben gesloten is juridisch niet sterk genoeg om afwijkingen op driekwart rechterlijke bepalingen te kunnen toepassen. Enkel aangesloten zijn bij de VNG is dus niet genoeg. Je moet als organisatie echt lid zijn van een vereniging die namens jou een cao afsluit om te mogen meedoen met die eventuele afwijkingen.
Daarom richt de VNG speciaal voor hen een eigen werkgeversvereniging op. De nieuwe werkgeversvereniging is de vereniging voor de gemeenschappelijke regelingen met als doel om dezelfde arbeidsvoorwaarden vast te stellen als in de Cao Gemeenten. Afwijkingen zijn dan op driekwart dwingend rechtelijke bepalingen geregeld.
Het ligt natuurlijk voor de hand dat de arbeidsvoorwaarden die binnen deze cao overeengekomen worden, identiek zijn aan die van de Cao Gemeenten. Daar is echter geen garantie voor. Over deze arbeidsvoorwaarden wordt namelijk separaat onderhandeld.
De VNG maakt hiermee een verstandige keuze. Veelal zijn gemeenschappelijke regelingen opgericht door gemeenten met de bedoeling om een aantal taken regionaal te organiseren, maar niet om aan de arbeidsvoorwaarden van de betrokken medewerkers te tornen.
Niet voor niets hanteren de meeste gemeenschappelijke regelingen onverkort de CAR-UWO. Veelal zelfs onder toepassing van de lokale regelingen (straks het personeelshandboek) van één van de organisaties waar de gemeenschappelijke regeling uit voortkomt. Het niet volwaardig kunnen aansluiten bij de gemeentelijke cao had een remmende werking kunnen hebben op de ontwikkeling van deze organisatievorm die overduidelijk in een grote behoefte voorziet bij gemeentelijke overheden.
Ook voor veiligheidsregio’s geldt dat zij op dit moment een sterke binding hebben met de gemeentelijke arbeidsvoorwaarden doordat de voor hen geldende afspraken zijn opgenomen in de CAR-UWO. Voor deze organisaties is voorlopig besloten de Wnra niet per 1 januari 2020 in te voeren, maar één jaar later.
In een later stadium wordt bezien of ook deze organisaties lid kunnen worden van deze nieuwe werkgeversvereniging. Ook kunnen de veiligheidsregio’s er voor kiezen om een eigen werkgeversvereniging op te richten.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op www.ijk.nl/kennis. Kijk voor meer informatie op de website.