Veel millennials zijn opgegroeid met de uitdrukking ‘Je kunt alles bereiken in je leven als je maar wilt.’ Dat klinkt leuk, maar het betekent ook dat ze onder druk staan. Is het niet beter om in plaats van een flitsende loopbaan na te streven, tevreden te zijn met een ‘baantje’?
Onderzoek uit 2019 van Deloitte onder ruim dertienduizend millennials (geboren tussen 1980 en 2000) uit 42 landen, laat zien dat 49 procent van hen binnen nu en twee jaar van baan wil veranderen. Redenen daarvoor zijn onder andere dat ze ontevreden zijn over de werk-privébalans, de doorgroeimogelijkheden te beperkt vinden, niet blij zijn met hun salaris en vinden dat ze onvoldoende waardering krijgen.
Veel meer dan eerdere generaties wisselen millennials van baan. Dat heeft te maken met het belang dat deze generatie hecht aan plezier en persoonlijke ontwikkeling. Volgens psycholoog Thijs Launspach, zelf millennial, betekent dit niet dat millennials lui zijn. Ze zijn zelfs ambitieuzer en werken harder dan hun voorgangers.
Launspach maakt zich zorgen over het hoge aantal burn-outs bij millennials. “Millennials zijn opgegroeid met het maakbaarheidsideaal. Ouders en leerkrachten hebben altijd gezegd: je kunt alles worden wat je wilt, als je maar je best doet. Daar zit ook de verwachting in dat je iets bijzonders moet doen om het waard te zijn als mens.” Millennials hebben daardoor volgens hem torenhoge verwachtingen van hun werkende leven. Launspach herinnert zich dat hij startende studenten eens vroeg wie van hen dacht straks bij de beste 10 procent van zijn vakgebied te horen. “Vrijwel iedereen stak zijn hand op, terwijl: dat kan natuurlijk niet.”
Volgens Launspach vinden millennials het vaak lastig om hulp te vragen. “Er ligt een taboe op falen. Houd een vinger aan de pols en vraag geregeld hoe het gaat”, adviseert hij leidinggevenden. Ook benadrukt hij dat het begeleiden van millennials meer dan ooit om coachingsvaardigheden vraagt. “Ze zijn allergisch voor een autoritaire leiderschapsstijl en hebben behoefte aan positieve feedback en erkenning. Zeg daarom niet wat een millennial moet doen, maar stel vragen zoals: waar loop je tegenaan? En wat is denk je een goede manier om dit op te lossen?”
De psycholoog gaat ook in op de enorme verwachtingen die millennials van het leven hebben. “Ze willen overal goed in zijn en een gewone baan die bij hen past, is niet voldoende. Maar de keiharde waarheid is: ze gaan over het algemeen een minder rooskleurige toekomst tegemoet dan hun ouders. Een beetje verwachtingsmanagement kan daarom geen kwaad.”
Launspach beklemtoont verder de onrealistische rolmodellen die millennials de hele dag om zich heen zien. “Op sociale media lijkt iedereen een fantastische baan te hebben en ontzettend succesvol te zijn. Geef daarom als leidinggevende het goede voorbeeld. Laat zien dat je ook als je succesvol bent je fouten kunt maken. Durf kwetsbaar te zijn.”
Met ambities is op zich niets mis, maar wel met het idee dat je een verliezer bent als je vaak veel te hoge ambities niet haalt. “Iedereen om ons heen lijkt succesvol te zijn en plezier uit zijn werk te halen. Je zet op LinkedIn niet dat je vakkenvuller bent bij de Albert Heijn, maar dat je logistiek verantwoordelijk bent voor een grote multinational. Als je een nieuwe baan hebt, wordt dat gevierd op Instagram, maar dat je aan het begin van de week nog een paniekaanval had, wordt verzwegen. Hierdoor ontstaat er een taboe op falen en het vragen om hulp”, aldus Launspach.
De millennial moet volgens Launspach het idee loslaten dat hij of zij van alles moet willen. Daarbij zouden werkgevers moeten helpen. “Maar of je nu alles uit je carrière wilt halen of zegt: mijn voldoening haal ik ergens anders. Het is allebei prima, als je maar weet: je bent geen loser als je werk even niet meer fantastisch is.”
Anders dan de millennials (generatie Y) en generatie Z (geboren eind jaren negentig, begin 2000), heeft generatie X (geboren tussen 1961 en 1980) bij de opvoeding meegekregen om hard te werken, zijn best te doen en goed te luisteren, waarbij werk niet altijd leuk hoeft te zijn. Bedrijven doen er goed aan zich aan te passen aan generatie Y en Z door zich flexibeler op te stellen en zich meer te focussen op werkplezier.
Bron: Volkskrant.nl