Veel kantoormedewerkers zullen waarschijnlijk ook na de coronacrisis gedeeltelijk thuis blijven werken. Een thuiswerkvergoeding met bijbehorend beleid wordt daarom belangrijker. Werkgevers zouden graag zien dat ze deze voortaan belastingvrij kunnen verstrekken.
Op basis van een enquête onder bijna vierhonderd leden stelt de AWVN dat de vergoeding voor woon-werkverkeer moet veranderen en dat thuiswerkvergoedingen belastingvrij zouden moeten worden. Werkgeversvereniging AWVN bepleit hierbij een ‘waar-je-werktbudget’. Dit houdt in dat een werkgever reiskosten en/of thuiswerkkosten vergoedt uit een per werknemer bepaald budget. Hieruit kan de werkgever vergoedingen betalen die afhangen van de gemaakte kosten en het aantal gereisde kilometers.
Van de deelnemers aan het onderzoek denkt 95 procent dat hun werknemers na het einde van de coronacrisis één of meerdere dagen thuiswerken. Hierbij lijkt twee dagen per week thuiswerken de norm te worden.
Een vijfde van de respondenten verstrekt al een thuiswerkvergoeding aan medewerkers. Dit gebeurt vooral in de publieke sector en bij grotere organisaties met meer dan 5000 medewerkers. Een vergoeding van twee euro per dag is dan gebruikelijk. Dat zijn volgens het Nibud de extra kosten van werknemers bij thuiswerk. Een reiskostenvergoeding wordt momenteel nog door 46 procent van de respondenten verstrekt.
Twee op de vijf werkgevers ervaart de huidige belastingwetgeving als beperkend voor thuiswerkbeleid. Ze zouden de thuiswerkvergoeding graag net als de woon-werkvergoeding belastingvrij verstrekken. Momenteel kunnen werkgevers reiskosten nog belastingvrij uitkeren, maar dit belastingvoordeel verdwijnt per 1 januari 2021. Ook bestaat er nog geen fiscaal voordeel voor een thuiswerkvergoeding.
De meeste respondenten (75 procent) willen hun bestaande vergoedingen voor reiskosten en thuiswerken wijzigen. Ze kijken hierbij naar een thuiswerkvergoeding en een lagere reiskostenvergoeding. Daarnaast willen werkgevers geen vaste reiskosten meer betalen en alleen de gemaakte reiskosten vergoeden.
Een grote meerderheid van de ondervraagde werkgevers stelt dat ze hun personeel de juiste middelen geven voor het thuiswerken. Twee derde van de werkgevers verstrekt een bureau of bureaustoel. Verder stelt 90 procent van de werkgevers ook computers, mobiele telefoons of andere apparatuur zoals printers en beeldschermen ter beschikking.
Bron: AWVN