Toen in het voorjaar corona onze wereld op zijn kop zette, was het alle hens aan dek. Bedrijven en organisaties werden gedwongen om snel en creatief te denken en doen. Computers werden mee naar huis genomen, online vergaderingen werden plots de norm en al snel ontstonden mooie en leuke initiatieven op allerlei plekken. Online bingo’s, borrels en teamuitjes schoten als paddenstoelen uit de grond.
Fysiek bij elkaar zijn ging niet, dus dan maar zo. En ook zakelijk gezien schakelden we met z’n allen razendsnel. Waar we in normale tijden oeverloos met elkaar konden bakkeleien over kleine dingen en elkaar gevangen hielden in regels, processen en procedures, werd onder druk van corona alles vloeibaar. In plaats van bureaucratie ontstond ruimte voor een bevrijdende vorm van pragmatisme en adhocratie: ‘als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan’, dachten veel mensen en organisaties.
Eerlijk gezegd was het wat dat betreft best een gave tijd, als je er zo op terugkijkt. Natuurlijk waren we allemaal flink van slag, onzeker en zat de spanning er goed in. Maar we waren collectief strijdvaardig, stonden zij aan zij en bulkten van de energie om dit onzichtbare monster te verslaan. Geen doemdenkerij, maar doendenkerij! Hoe anders lijkt de sfeer binnen werkend en werkgevend Nederland dit najaar…Want na die eerste adrenaline-kick die we in het voorjaar voelden, en we in de zomer zelfs weer wat proefden van het normale leven, kwam daarna al snel het besef dat dit nog wel eens een hele tijd kon gaan duren. En toen sloeg de sfeer en het energieniveau van veel mensen en organisaties om.
Waar we in het voorjaar nog vol positief geladen energie zaten, lijken we dit najaar langzaam maar zeker collectief in een winterdip te glijden. Ons energieniveau lijkt aanzienlijk gedaald en omgeslagen van positief geladen naar negatief geladen. De collectieve strijdvaardigheid lijkt regelmatig te zijn ingeruild voor een soort van gelatenheid. Een tijdje geleden deed ik een klein onderzoekje onder mijn collega’s, vrienden en familie. Ik had maar een vraag: ‘Als je ervoor zou kunnen kiezen om nu een winterslaap te houden samen met alle mensen om je heen en weer wakker zou worden op 1 april 2021, zou je dat dan doen?’ De overgrote meerderheid zei volmondig ‘ja!’. Natuurlijk veelal met een lach en knipoog erbij, maar dit is toch veelzeggend?
Ik herken dit gevoel wel en zie ook ik uit naar een tijd waarin we weer echt samen gave dingen kunnen doen die ertoe doen. Maar het gaat me een brug te ver om de komende maanden alvast ‘mentaal af te schrijven’. Sterker nog, ik denk dat we de komende maanden juist moeten gebruiken om onszelf klaar te maken voor het moment dat we weer vol van stal mogen. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor de leiders en HRM’ers van organisaties. Want hoe zorgen we ervoor dat onze mensen, en daarmee onze organisaties, niet collectief in een diepe winterslaap terechtkomen?
Voor mij is dat de komende wintermaanden voldoende positieve energie en leven in de brouwerij houden, rust pakken waar het kan en moet en vanaf begin 2021 langzaam maar zeker het tempo en energieniveau gaan opvoeren. Net als de dolgelukkige koeien die na een winter in de stal staan op de eerste lentedag weer de wei in mogen, vol gas de lente van 2021 in!