Artikel
25 nov '20
25 november '20
5 min

Zorgwerkgevers: investeer in professionele invulling van HR-functie

De coronacrisis zorgde in de zorg voor directe communicatie tussen de top en de werkvloer. Medewerkers waren betrokken bij besluiten en zorgorganisaties spraken waardering voor hun inzet uit. Het is de vraag of dit na de crisis zo blijft. Voor veel zorgwerkgevers is dit nog niet gebruikelijk, zo laten twee rapporten van de commissie Werken in de Zorg zien. Volgens voorzitter Doekle Terpstra staat de zorg te veel in het teken van de cliënt en te weinig in het teken van de werknemer.  

Vanaf 2018 adviseert dcommissie Werken in de Zorg het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over personeelstekorten in de zorg. Dat probleem kwam in de coronacrisis nog eens extra sterk naar voren. VWS verzocht de commissie daarom om advies over de lessen van de coronacrisis voor de zorgarbeidsmarkt. De commissie ondervroeg hierover bestuurders, werknemers en experts in de zorgsector. Het leidde tot twee rapporten die minister Van Ark voor Medische Zorg op maandag 9 november aan de Tweede Kamer aanbood. 

Modern werkgeverschap 

Doekle Terpstra vindt dat de zorg te weinig oog heeft voor werknemers. We zien een enorme fixatie op goede zorgDat is goed te begrijpen, maar het betekent ook een veronachtzaming van de zorgaanbieder als arbeidsorganisatie. Met name op het perspectief van de medewerker. De zorg moet ook begrijpen dat ze werkgever zijn. Het gaat om goede zorg, maar modern werkgeverschap moet daar onderdeel van zijn. Het lijkt een open deur, maar is dat allerminst. Het is niet voor niets dat mensen afhaken”, aldus de commissievoorzitter. 

Intrinsieke motivatie zorgprofessionals 

Meerdere onderzoeken hebben laten zien dat veel werknemers de zorg verlaten. Daarnaast is er veel ziekteverzuim in de zorgsector. Eind 2019 gaf de commissie Werken in de Zorg al aan dat zorgwerkgevers meer moeten doen voor het behoud van hun werknemers. Minister De Jonge van VWS bevestigde datDe commissie spreekt in het huidige advies over de ‘greedy’ zorgorganisatie. Van werknemers in de zorg wordt veel gevraagd, maar daar staat niet evenveel tegenoverlegt Terpstra uitVolgens hem leunen zorgorganisaties teveel op de sterk intrinsieke motivatie van hun professionals 

Vicieuze cirkel doorbreken 

De werkdruk in de zorgsector speelt een grote rol. Het gaat om fysiek, mentaal en emotioneel belastend werkDat wordt nog versterkt door een hoog ziekteverzuim en verloop, waardoor de overgebleven werknemers nog meer werk moeten verrichten. 

Tijdens de coronacrisis was de druk helemaal enorm. Daardoor hadden zorgorganisaties weinig ruimte om stil te staan bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Ook dat zorgde weer voor verloop, wat een erg hardnekkige vicieuze cirkel betekent.

De commissie ziet echter mogelijkheden om daaruit te komen. Terpstra stelt dat dat begint bij een professionele invulling van de HR-functie in zorgorganisaties. Veel zorgbedrijven zijn sterk geconcentreerd op het vullen van tekorten, veelal op de korte termijn. Voor de lange termijn zijn ze onvoldoende bezig met het bieden van de zaken die werknemers belangrijk vinden: waardering en erkenning, ruimte voor autonomie in het vak, loopbaan- en ontwikkelingsmogelijkheden, maar ook de ruimte om te kunnen herstellen van overbelasting. 

Investeren in HR

De commissie geeft toe dat het professioneel inrichten van een HR-afdeling tijd en geld kostHet verlenen van goede zorg staat centraal. “Maar”, zo merkt Terpstra op, “oma heeft er ook belang bij dat de medewerker kan herstellenHij doet daarbij een oproep aan zorgverzekeraars om het voor zorgaanbieders mogelijk te maken om te investeren in een goede invulling van de HR-functie. 

De commissievoorzitter vindt het verder belangrijk dat bestuurders en ook raden van toezicht zich directer op strategische HR gaan richtenHij benadrukt dat uit de gesprekken met zorginstellingen bleek dat de urgentie van het onderwerp wel wordt gevoeld. “Maar er wordt niet aan de juiste knoppen gedraaid om er iets aan te veranderen. 

Groep zorgaanbieders 

Daarom stelt de commissie Werken in de Zorg aan het ministerie van VWS voor om het probleem door een groep zorgaanbieders aan te laten pakken. Terpstra denkt dat VWS zelf relatief weinig kan doen. Het ministerie kan wel verbindend werken, door bijvoorbeeld een tiental zorgaanbieders aan elkaar te koppelen die vervolgens als lerende gemeenschap met dit onderwerp aan de slag gaan en analyseren: waar lopen we allemaal tegenaan? 

Zzp’ers in de zorg 

Verder roept de commissie het ministerie op tot het weer oppakken van de discussie over zzp’ers in de zorg. Voor de coronacrisis werd de inzet van dure externe krachten voor veel zorgaanbieders een steeds zwaardere last. VWS meldde daarop dat er een plafond nodig was voor die inzet. 

Terpstra: “Op de korte termijn is het nog alle hens aan denk, iedereen die kan bijdragen is welkom. Voor de lange termijn is dit een vraagstuk dat om antwoord vraagt. De onevenwichtigheid in de beloning betekent niet alleen iets voor de budgetten van zorgaanbieders, maar ook voor de verhoudingen op de werkvloer.” Hij doet geen uitspraak of het plafond dat VWS wil, de juiste oplossing is.  

Bron: Zorgvisie