Als op 1 maart de meteorologische lente weer begint, maak ik altijd een kleine dans van geluk. Voorjaar! De tijd van opruimen, de tuin klaarmaken, lekker in de zon en toch een frisse neus. Maar ook de tijd van ontluikende schoonheid, de natuur die weer uit haar schulp kruipt en laat zien hoeveel moois zij in zich draagt. Heerlijk!
De winterslaap is voorbij, dat hoor je én dat ruik je! En het zet mij weer aan tot actie. Echter, niet iedereen komt zomaar uit de winterslaap. Bivakkeren in een schijnbare comfortzone waarin niet veel van je wordt gevraagd en waarin jij je lekker kunt schuilhouden, maakt dat je voor je omgeving onzichtbaar blijft. Tja, waarom zou je er ook uitkomen? Hier is het immers warm en beschut. Eigenlijk speel je verstoppertje voor anderen, maar helaas ook voor jezelf.
Ik heb gemerkt dat er voor veel mensen meer nodig is dan het lengen van de dagen. Meer dan het fluiten van de vogels. Zij hebben baat bij een duidelijke oproep. Een oproep om hen uit deze slaapstand te halen.
Als ik naar organisaties kijk waarin en waarvoor ik de afgelopen 25 jaar heb mogen werken, zie ik dezelfde situaties. Ook al is het hoog zomer, nog steeds zijn sommige medewerkers in hun winterslaap. En eerlijk gezegd kun je hen dat niet alleen aanrekenen. Het betekent ook dat de organisatie nog niet in staat is gebleken om de juiste woorden te vinden voor een passende oproep.
Wil je blijvend beweging creëren bij je medewerkers dan adviseer ik je om aansluiting te vinden bij de ander. Behandel de ander zoals de ander behandeld wil worden. Weet jij als leidinggevende hoe dat is voor die specifieke medewerker? Ik garandeer je dat wanneer jij weet aan te sluiten met jouw oproep bij de drijfveren van jouw medewerker, van een winterslaap geen sprake meer is. Maar dat vraagt tijd en oprechte aandacht.
Het vrijwel volledig thuiswerken in de afgelopen twee jaren heeft daar ook niet in positieve zin aan bijgedragen. Ik hoor een veelzeggende term als ‘achterstallig onderhoud van de medewerker’ regelmatig voorbij komen. In de afgelopen maanden hebben mijn collega’s en ik gezocht naar de sleutel om ‘het onderhoud’ weer op peil te krijgen. Die sleutel laat zich het best samenvatten als ‘verbinding’. Breng mensen samen en wees daar als leidinggevende of HR ook bij. Neem tijd om samen te gaan wandelen en stel vooral veel vragen.
Als dan blijkt dat op één of andere wijze de verbinding er niet meer is, vraag dan naar wat de ander nodig heeft om vooral wel weer in verbinding te komen met het eigen werkgeluk. Voor ons betekent werkgeluk: ‘samen gave dingen doen die ertoe doen.’ Mochten één of meer onderdelen uit deze definitie ontbreken, kijk dan of je daar samen aan kunt werken. Indien dat niet meer het geval is, zoek dan vanuit verbinding naar andere oplossingen. Wij zetten daarvoor ons ‘werkgelukcontract’ in, waarin wij medewerkers overnemen én hen beloven werkgeluk te hervinden en bestendigen in een nieuwe omgeving.