Generatie Z heeft menuangst, zo blijkt uit een artikel op Metronieuws. Dit heeft enerzijds te maken met het persoonlijke contact dat nodig is om iets te bestellen in een restaurant. ‘Awkward’ zeggen mijn stiefdochters. Anderzijds heeft het te maken met angst voor keuzes. Bang om het verkeerde gerecht te kiezen of de vrees dat er überhaupt niets op de menukaart staat dat ze lekker vinden.

Iedereen heeft zo z’n eigen kwaliteiten, valkuilen, behoeftes, drijfveren, energiegevers en angsten. Sommige angsten lijken lukraak verdeeld over mensen van verschillende leeftijden; bang voor muizen, hoogte, de dood, spreken in het openbaar, open ruimtes. We hebben prachtige namen bedacht voor allerhande angsten; arachnofobie, claustrofobie, aviofobie.

Andere angsten zijn meer leeftijdsgebonden. Zo zijn kinderen opvallend vaak bang in het donker, pubers schrompelen ineen als ze op hun verjaardag worden toegezongen, volwassen zijn bang dat hun (klein)kinderen iets overkomt en bejaarden gaan met knikkende knieën de straat op als het heeft geijzeld.

En sommige angsten zijn meer generatiegebonden: Babyboomers (geboren 1940-1955) lijden vaak aan digitale angst. Als een device niet meewerkt dan slaat de nervositeit toe en begint het in blinde paniek te drukken op willekeurige knoppen. Daar waar jonge inboorlingen in totale ontspanning online opereren, zorgt het bij oudere generaties juist vaak voor kopzorgen.

Generatie X (geboren 1955-1970) gaat gebukt onder pensioen angst. Je zou kunnen denken: ja, ze zitten er nou eenmaal dicht tegenaan. Maar het lijkt me ook een generatie ding als je bent opgegroeid in een verzorgingsstaat waarin zekerheid en een financieel vangnet de norm was.

Pragmaten (geboren 1970-1985) hebben angst rondom de klimaatcrisis. Nou hebben jongeren zeker ook zorgen over het klimaat, maar toch toont onderzoek aan dat over de hele linie de zorgen onder mijn generatie toch groter zijn. Reden: pragmaten zijn pas in hun volwassen jaren geconfronteerd met deze dreiging en maken zich zorgen over de toekomst van henzelf en niet in de minste plaats hun kroost.

Generatie Y (geboren 1985-2000) heeft een hoge mate van faalangst. Logische gevolgtrekking van opgroeien in een individualistische prestatiemaatschappij. De angst om niet succesvol en/of gelukkig te worden. En ook angst rondom het ‘volwassen worden’. Hoe behoud ik mijn vrijheid als ik aan kinderen begin? Wat betekent een hypotheek voor mijn flexibiliteit en bewegingsruimte? Tegelijk is er een opkomst van jonge ‘tradwives’. Jonge vrouwen die worstelen met de maatschappelijke druk van een succesvolle carrière, een bruisend sociaal leven en het perfecte moederschap. De rol van traditionele huisvrouw biedt de oplossing en bevredigt het verlangen van rust en zingeving.

Generatie Z (geboren 2000-2015) is per definitie, en niet geheel verwonderlijk, een angstige generatie. Ze hebben belangst (zowel telefoon als voordeurbel) en vinden het spannend om oogcontact te maken. De angst om gecanceld te worden op sociale media, of alleen al het teruglopen van het aantal likes. De meeste angsten van Generatie Z kunnen we volgens mij scharen onder de noemer sociale fobie.

Generaties hebben ook angsten met betrekking tot hun loopbaan: Wat ga ik doen na mijn pensioen? Hoe houd ik dit werkleven nog 20 jaar vol? Ik wil een switch maken, maar is dat verstandig? Kan ik mijn werkleven wel combineren met een gezin? Hoe weet ik welke baan, branche en organisatie echt bij me past?

Hoofdbrekers die ons overdag en soms zelfs ’s nachts bezighouden. Wat zijn jouw angsten als het gaat om je werk en loopbaan? En welke angsten spelen er bij collega’s? En hoe kunnen we elkaar hierbij helpen? Want laten we wel wezen we hebben allemaal angsten met betrekking tot de menukaart van het (werk)leven. Gelukkig zijn er ook zoveel mogelijkheden en kunnen we elke dag weer nieuwe keuzes maken. Andere werkgever, functie, taken, werkplek, tijden, klanten, producten, werkwijze, attitude, samenwerking.

En de angst die we volgens spiritueel leider Marianne Williamson delen: ‘Onze diepste angst is niet dat we ontoereikend zijn. Onze diepste angst is dat we onmetelijk krachtig zijn. Het is ons licht, en niet onze duisternis, dat ons het meest beangstigt.’

Waar werkgeluk begint bij het overwinnen van onze angsten, het onder ogen zien van onze demonen, het verleggen van onze grenzen en het opzoeken van het onbekende terrein waartoe we ons aangetrokken voelen. En ja, dat is ‘Awkward’. Zodra je je ongemakkelijk voelt…ga er dan dwars doorheen. Loop niet weg! Hoe vaker je dat doet, hoe groter de kans dat werkgeluk zich voor jou ontvouwt.

Kim Jansen is als sociaal psycholoog altijd werkzaam geweest op het snijvlak van HR, onderzoek en het trainerschap. Op dit moment geeft Kim presentaties, workshops en masterclasses rondom het benutten van generatiediversiteit. Kijk voor meer informatie op haar website Generations at Work.

Kim schreef het boek ‘Het generatie-effect’ over hoe alle generaties samen meer bereiken: van boomer tot zoomer, dat onlangs is verschenen en te bestellen.