Er is behoorlijk wat kritiek op generatiedenken en het leidt vaak tot irritatie en ongemak. ‘Maken we de generatiekloof niet groter dan-ie is?’, ‘Generatieverschillen zijn toch van alle tijden?’, ‘Mythes en stomme clichés’, ‘Astrologie!’. Begrijpelijke en terechte scepsis.

Generatiedenken = generaliseren en het versimpelen van de complexe werkelijkheid. De kritiek op generatiedenken komt vaak neer op: gebrek aan wetenschappelijke basis, onvoldoende meenemen van andere factoren, onduidelijkheid over de indeling en benamingen en risico op stereotypering. De criticasters geven aan dat het hokjesdenken eerder een polariserende werking heeft in plaats van dat het generaties nader tot elkaar brengt. Hun advies: stop met generatiedenken en laat de labels los!

Toch is het belangrijk om rekening te houden met individuele verschillen en begrip te hebben voor factoren (zoals culturele- en levensfase verschillen) die van invloed zijn op gedrag, in plaats van generaties als de enige bepalende factor te beschouwen. Stoppen met generatiedenken is echter een slecht idee. Het terzijde schuiven van generatieverschillen is net zo onverstandig als het terzijde schuiven van gender verschillen, etnische verschillen of neurologische verschillen. Er zijn verschillen, punt. Frictie, onbegrip en verwijdering ontstaat juist als we geen weet hebben van de verschillen en waar deze vandaan komen.

20 jaar geleden ging ik voor een half jaar naar India. Ik wilde na mijn studie ervaring opdoen in het buitenland en ging vrijwilligerswerk doen in Mumbai. De eerste weken vond ik vreselijk. De drukte, de stank, de armoede…het greep me aan. De Indiërs vond ik vies. De onsmakelijke manier van eten, ongegeneerd staren, rochelen op straat. Ik walgde er soms zelfs van. Als ik na een maand terug was gegaan, dan was mijn conclusie geweest: Indiërs…smerig volk. Ik bleef echter nog vijf maanden. En in die tijd ben ik meer te weten gekomen over India en de bevolking. De geschiedenis, de oorsprong van tradities en rituelen en de waarden waar vanuit zij leven. In die tijd ben ik van het land en met name de Indiërs gaan houden. Bekend maakt bemind.

Zo is het met alle vormen van diversiteit. Als je meer weet over ADHD, dan wordt het contact makkelijker. Als je meer weet over iemands godsdienst, dan heb je haakjes om er een goed en respectvol gesprek over te voeren. En als je meer kennis hebt over de achtergrond van generatieverschillen, dan leidt dat onherroepelijk tot meer begrip en mildheid. Als je namelijk snapt dat belangst onder jongeren een logische gevolgtrekking is van het opgroeien in het digitale tijdperk, dan zal je ze er niet meer zo snel op afrekenen als ze zich ziekmelden met een appje. Dat oudere generaties niet altijd goed meekomen met de technologische ontwikkelingen is te begrijpen. Zij zijn opgegroeid in het analoge tijdperk en emigreren geestelijk dagelijks naar de digitale wereld.

De generatieleer zorgt ervoor dat we anderen meer gaan begrijpen. De eerste stap in het nader tot elkaar komen. Generatiedenken creëert geen kloof, maar kan deze juist overbruggen. Mijn ervaring is dat als de boodschap -in dit geval ‘je bent niet uniek, want je behoort tot een bepaalde generatie’- ons niet aanstaat, dat we dan de neiging hebben om in debat te gaan over minder relevante details. Zo is er veel discussie over de juiste namen van de generaties en de jaartalindeling. Want waar hoort wie precies? Hoe zit het als je op de grens zit? Er zijn toch ook subculturen? Als we ons verliezen in details dan komen we in randdiscussies terecht die ertoe kunnen leiden dat we een belangrijk onderwerp diskwalificeren. En dat we daarmee voorbijgaan aan waar het echt over gaat: elkaar beter leren kennen.

Geef eens antwoord op de volgende vragen:

  • Zag het leven er vijftig of honderd jaar geleden anders uit dan nu?
  • Heeft de wereld waarin je opgroeit invloed op je?
  • Dus ook op keuzes, wat je belangrijk vindt, hoe je je dag invult en hoe je wilt werken?

Ja? Dan zijn we het eens. Generatieverschillen bestaan en deze begrijpen is waardevol.

Dat jongeren bijvoorbeeld niet door het stof gaan als ze een fout hebben gemaakt, is begrijpelijk. Hun is namelijk verteld: fouten maken is niet slecht, het hoort erbij en je hoeft je er niet voor te schamen. Ik ervaarde dit zelf toen een jonge meid die mij bij de banketbakkerij hielp per ongeluk een prachtige taart uit haar handen liet vallen. Ze keek rustig naar de grond en zei: ‘Oeps. Nou ja, kan gebeuren.’ Ik had op haar leeftijd een kreet geslaakt, een rode kop gekregen en honderdmaal sorry gezegd tegen zowel de klant als mijn baas. Ik vond haar reactie getuigen van ongepaste onverschilligheid. Tot ik me realiseerde dat de ouders van de huidige jongeren steevast ‘kan gebeuren lieverd’ tegen hun kinderen zeggen. Als je geen kennis hebt van de achtergrond van de generatieverschillen, kun je zomaar de conclusie trekken dat het de jeugd van tegenwoordig ontbreekt aan elke vorm van interesse en betrokkenheid.

Hoog tijd om elkaar eens wat beter te gaan leren kennen!

Kim Jansen is als sociaal psycholoog altijd werkzaam geweest op het snijvlak van HR, onderzoek en het trainerschap. Op dit moment geeft Kim presentaties, workshops en masterclasses rondom het benutten van generatiediversiteit. Kijk voor meer informatie op haar website Generations at Work.

Kim schreef het boek ‘Het generatie-effect’ over hoe alle generaties samen meer bereiken: van boomer tot zoomer, dat onlangs is verschenen en te bestellen.