Met de invoering van een nieuwe wet geeft het kabinet invulling aan het normeren dan wel maximeren van de inkomens van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. De topinkomens in deze sectoren zijn per 1 januari 2013 aan banden gelegd door het van kracht worden van de Wet Normering Topinkomens, ofwel WNT.
Mensen met een topfunctie in de (semi-)publieke sector (dus: overheids-, zorg- en onderwijsinstellingen) mogen voortaan niet meer verdienen dan 130 procent van het salaris van een minister. Het maximum jaarsalaris ligt op 187.340 euro exclusief onkosten en pensioenbijdrage, inclusief is dat 228.599 euro.
Maximale ontslagvergoeding
Naast het maximum-inkomen regelt de wet ook een maximale ontslagvergoeding van 75.000 euro en een verbod op bonussen, winstdeling en andere vormen van variabele beloning.
Overgangsregeling
Voor zittende bestuurders is er overgangsregeling. Ze behouden maximaal vier jaar het salaris dat van kracht was in het najaar van 2011, toen de wet in de Tweede Kamer werd behandeld. Daarna gaat hun salaris in drie jaar stapsgewijs omlaag naar de norm van de wet. Bij nieuwe benoemingen en herbenoemingen geldt gelijk de nieuwe norm.
Toekomstige verlaging en uitbreiding
In het regeerakkoord staat dat het maximum-inkomen in de (semi)publieke sector nog verder omlaag gaat. In een nieuwe wet moet nog geregeld worden dat het maximum-inkomen van 130 procent van het ministerssalaris naar 100 procent gaat. In die wet zal ook de groep die onder de wet valt worden uitgebreid: niet alleen de bestuurders, maar alle functionarissen.
Oude wet vervalt
Met de komst van de Wet Normering Topinkomens vervalt de wet die alleen openbaarmaking van topsalarissen in de (semi)publieke sector regelde (de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (Wopt). In die wet gold voor 2011 en 2012 de grens van 193.000 euro.
Bronnen:
Rijksoverheid.nl
Binnenlandsbestuur.nl
Eerstekamer.nl