Op maandag 16 september is na een periode van overleg een ABP- pensioenakkoord bereikt tussen overheids- en onderwijswerkgevers en de vakbonden. Dit akkoord in de Pensioenkamer wordt voorgelegd aan de achterbannen. Pas daarna kunnen de afspraken definitief worden gemaakt. De overeengekomen wijzigingen gaan vanaf volgend jaar in. Ze gelden voor al het personeel binnen de overheids- en onderwijssector. Een uitzondering daarop zijn militairen, die een andere pensioenregeling hebben.
De wijzigingen houden verband met de nieuwe belastingregels voor pensioenen in Nederland. Deze gaan vanaf 1 januari 2014 in. Daarnaast wordt vanaf 2014 de pensioenleeftijd verhoogd naar 67 jaar en wordt de jaarlijkse pensioenopbouw verlaagd, van 2,05% naar 1,95% van het inkomen (de “pensioengrondslag”) per jaar. Dit leidt tot lagere pensioenaanspraken. De verlaging houdt verband met het feit dat mensen langer leven en daardoor ook langer kunnen blijven werken. Het sluit aan op de AOW leeftijd, die ook is verhoogd naar 67 jaar. Door deze afspraken wordt reeds opgebouwd pensioen niet aangetast.
Doordat de pensioenaanspraken vanaf volgend jaar verminderen, kunnen de pensioenpremies omlaag: van nu nog 25,4% naar 21,6 % in 2014. Dit wordt gezien als een compensatie voor de versobering van de pensioenaanspraken. Effect van de maatregel is dat werknemers er volgend jaar circa 2% netto in koopkracht op vooruit gaan.
Bron: rijksoverheid.nl
