Op 29 november is het wetsvoorstel Werk en Zekerheid aan de Tweede Kamer aangeboden door minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De punten die eerder zijn afgesproken in het sociaal akkoord en het begrotingsakkoord zijn samengevat in het wetsvoorstel Wet en Zekerheid. Het voorstel bevat een aantal wijzigingen op het gebied van mens en arbeid.
Per 1 juli 2015 bepaalt de ontslagreden de ontslagroute. Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen en ziekte moet de werkgever naar het UWV. Bij ontslag om persoonlijke redenen, bijvoorbeeld een arbeidsconflict, moet de werkgever naar de kantonrechter. Nu mogen werkgevers nog zelf kiezen of ze werknemers via de kantonrechter of het UWV ontslaan. Die keuzemogelijkheid maakt het ontslagstelsel onnodig complex en leidt tot ongelijke behandeling in gelijke gevallen. Door de ontslagroute vast te leggen zullen procedures sneller verlopen.
Werknemers die al langer dan 2 jaar in dienst zijn, krijgen straks een transitievergoeding als ze worden ontslagen of het contract niet wordt verlengd. Ze moeten deze vergoeding inzetten voor scholing of het vinden van ander werk. De hoogte hiervan is een derde van het maandsalaris per dienstjaar. Is iemand meer dan 10 jaar in dienst geweest, dan krijgt hij voor de jaren erna een half maandsalaris per jaar. De hoogte van de vergoeding is gemaximeerd op € 75.000,-.
De maximale duur van de publiek betaalde WW wordt vanaf 2016 geleidelijk teruggebracht, zodat deze in 2019 niet meer 38 maanden, maar 24 maanden is. Minister Asscher kiest voor een activerende aanpak, waarbij het doel is om werklozen zo snel mogelijk weer uit de WW en aan het werk te helpen. Van mensen die langer dan een half jaar in de WW zitten, wordt verwacht dat ze al het beschikbare werk als passende arbeid aanvaarden. Door een nieuw systeem van inkomensverrekening wordt voorkomen dat mensen daarbij minder gaan verdienen dan ze in de WW als uitkering kregen. Werkhervatting vanuit de WW wordt hierdoor altijd lonend. Tot 1 januari 2020 geldt er een overgangsregeling voor werknemers die 50 jaar of ouder zijn. Als zij 10 jaar of meer in dienst zijn geweest, bedraagt de hoogte van de transitievergoeding 1 maandsalaris per gewerkt jaar. Kleine werkgevers (met 25 werknemers of minder) worden uitgesloten van deze maatregel.
Bron: HR Rendement; Rijksoverheid.nl