Alhoewel de datum anders doet vermoeden was de inwerkingtreding van de Aanbestedingswet 2012 op 1 april 2013 beslist geen grap. Inmiddels zijn aanbestedende diensten die aanbestedingen uitschrijven en organisaties die hierop inschrijven al ruim één jaar met de nieuwe regels uit de Aanbestedingswet bekend. Tijd om Leopold Sueters van Bartels Sueters Aanbestedingsadvocaten, een aantal vragen voor te leggen.
Leopold Sueters “Een belangrijke wijziging is dat de Aanbestedingswet niet alleen, zoals voorheen was geregeld, de toepassing van aanbestedingsregels voorschrijft ingeval de waarde van een opdracht een bepaalde Europese drempelwaarde overschrijdt, maar ook onder voorwaarden van toepassing is op een overheidsopdracht onder deze drempelwaarde. Het gaat hier dan voornamelijk om nationale en meervoudige onderhandse aanbestedingen. Noemenswaardig is ook het zogenaamde ‘clusterverbod’ dat in de wet is opgenomen ten behoeve van het MKB. Dit houdt in dat opdrachten niet zomaar mogen worden samengevoegd tot één grote opdracht.
Nieuw is ook de verplichte toepassing van de ‘Eigen Verklaring’, waarin inschrijvers bij inschrijving verklaren te voldoen aan bepaalde gestelde eisen in de offerteaanvraag en waarbij alleen de winnaar de relevante bewijzen dient te overleggen. De administratieve lasten voor inschrijvers worden hiermee beperkt. Een andere belangrijke wijziging is dat omzeteisen alleen nog maar mogen worden gesteld indien een aanbestedende dienst de noodzaak tot toepassing hiervan met zwaarwegende argumenten kan motiveren. Uitgangspunt is dat wordt gegund op basis van de economisch meest voordelige inschrijving en niet meer op basis van de laagste prijs. Inschrijvers hebben verder de mogelijkheid een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedingsexperts. Dit wordt door inschrijvers als laagdrempelig ervaren en is kosteloos.”