Rond 1980 zochten gemeenten nog naar klerken en commiezen. Tegenwoordig willen ze ambtenaren 3.0. Uit een onderzoek van de personeelsadvertenties van de laatste 40 jaar blijkt dat overheidswerkgevers steeds hogere eisen zijn gaan stellen.
Onderzoekers Peter Kruyen (Radboud Universiteit) en Shelena Keulemans MSc (Erasmus Universiteit) worstelden zich door de advertentiepagina’s van 37 jaargangen Binnenlands Bestuur heen. Ze wilden zo de ontwikkeling van de persoonlijkheidskenmerken van de gezochte ambtenaren op een rij zetten. Kruyen en Keulemans gingen na of er verschil zou zijn tussen de eisen van overheidswerkgevers in de vroege jaren tachtig en die in de jaren negentig en daarna.
In de vroege jaren tachtig vroegen gemeenten nog nauwelijks naar persoonskenmerken. Kruyen: “Alsof je als medewerker bij de overheid enkel en alleen de formele regels hoeft uit te voeren of volgens die lijn je functie moet uitoefenen.”
Vroeg een gemeente begin jaren 80 om persoonskenmerken dan was de top vijf: zelfstandig, organisator, praktisch, dynamisch en krachtig. Kanttekening van de onderzoekers is dat het om heel erg weinig vermeldingen gaat. “Dat er niet of nauwelijks naar persoonsfactoren wordt gevraagd in die tijd onderschrijft eigenlijk precies onze vooronderstelling. Dit-is-de-functie, dat-moet-je-doen, past heel goed bij de traditionele opvatting van waarvoor de publieke sector stond: formeel, onpersoonlijk”, zegt Keulemans.
De onderzoekers verwachtten dat de overheid vanaf 1985 vanwege het New Public Management (NPM) zou vragen om een nieuw type ambtenaar. Het moest namelijk allemaal anders. Overheden moesten hun organisatie als een bedrijf benaderen. Dat betekende een zakelijker en vooral ook kosten-efficiëntere aanpak met de burger als klant.
Dit moest blijken uit de personeelsadvertenties uit die tijd. Bij de daarin gevraagde persoonlijke vaardigheden zou het dan moeten gaan om kenmerken als klantgericht, ondernemend, flexibel en creatief. De onderzoekers vonden dat echter minder dan ze verwachtten. Volgens Kruyen kan dat komen door het langzame karakter van veranderingen, waarbij de praktijk op de werkvloer niet overeenkomt met de theorie. “Het kan er ook op wijzen dat gemeenten relatief conservatief zijn, en niet meteen meegaan met een trend. Of dat degenen die de advertentieteksten opstellen nog minder ver zijn dan de managers aan de top die roepen dat het anders moet”, aldus Kruyen.
Vanaf midden jaren 90 nam de expliciete vermelding van persoonskenmerken in de overheidsvacatures een opvallende vlucht. Er was een opkomst van competenties als openheid, flexibiliteit en extravert zijn. Daarna liet iets te ondernemend gedrag bij sommige bestuurders en ambtenaren zien dat er nogal wat nadelen kleefden aan de bedrijfsmatige NPM-benadering. Dit leidde vooral tot een stijgende vraag naar integere medewerkers.
In de periode na 2000 veranderde de maatschappij mede door de digitalisering en de globalisering sterk. De daardoor ontstane netwerksamenleving heeft een andere overheid nodig. Daarbij staan samenwerking, participatie en flexibiliteit centraal. De overheid beschouwt zichzelf niet meer als een allesbepalende, bovenliggende partij, maar bepaalt samen met burgers en bedrijven doelen. Het ligt niet van tevoren vast om welke doelen het gaat en hoe ze worden bereikt. Dit vraagt weer om een ander soort medewerker, de zogeheten ambtenaar 3.0. “Iemand die communicatief vaardig en sensitief is en open staat voor andermans inbreng”, licht Keulemans toe. Juist de kenmerken die hiermee overeenkomen, staan steeds meer in de personeelsadvertenties vanaf 2010. De top vijf hierin is: flexibel, krachtig, communicatief, enthousiast en ambitieus.
Opmerkelijk is dat personeelskenmerken die 30 jaar geleden centraal stonden in vacatureteksten, zoals praktisch en analytisch, niet zijn verdwenen maar alleen zijn ingehaald door andere termen. De toenmalige top tien bestaat uit bijna dezelfde personeelskenmerken als de huidige. Volgens de onderzoekers betekent dit dat overheidswerkgevers steeds meer van hun medewerkers eisen. “Het is én-én geworden. Ze vragen nog net niet van ze tegelijk introvert en extravert te zijn, maar voor het overige moet je om aan alle vereiste persoonlijke kenmerken te kunnen voldoen als ambtenaar bijna een ‘barbapapa’ zijn: je moet als ambtenaar voorzichtig, gedisciplineerd en precies zijn en tegelijk ook open, omgevingsbewust en politiek sensitief. Alles loopt door elkaar heen.”
Kruyen en Keulemans vermoeden dat de lading eisen die gemeenten en andere overheidswerkgevers aan individuele ambtenaren stellen, leidt tot heel veel stress bij medewerkers. “Je kunt natuurlijk nooit aan alle verwachtingen tegelijk voldoen”, denkt Keulemans.
Bron: Binnenlandsbestuur.nl