De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft het advies ‘Aan de slag voor de zorg’ aan demissionair minister Tamara van Ark voor Medische Zorg aangeboden. In het advies gaat het adviesorgaan in op de problemen op de arbeidsmarkt in de zorg en op een eventuele extra salarisverhoging voor zorgmedewerkers. Het advies kan een belangrijk discussiestuk tijdens de kabinetsformatie worden.
Vanwege discussies over de beloning van zorgmedewerkers verzocht minister Van Ark een commissie van de SER een salarisverhoging en de bredere problemen op de arbeidsmarkt in de zorg te bekijken. Om mensen die in de zorg (willen) werken te motiveren en te behouden, zijn volgens de SER zicht op een mooie loopbaan, ruimte voor opleiding en ontwikkeling, zeggenschap over het eigen werk en de werk-privébalans en een goed salaris belangrijk.
Al langere tijd kent de arbeidsmarkt in de zorg veel problemen. Volgens het ministerie van Volksgezondheid kan het personeelstekort volgend jaar sectorbreed zijn gestegen tot ongeveer 80.000 mensen. Dit aantal zal bij ongewijzigd beleid alleen maar groeien vanwege de toenemende zorgvraag door vergrijzing. De instroom van nieuwe zorgmedewerkers werd de laatste jaren beter, maar de uitstroom blijft een groot probleem. Uit onderzoek van RegioPlus, een samenwerkingsverband van regionale zorgwerkgevers, bleek vorig jaar dat meer dan een vierde van de mensen die een zorgorganisatie verlaat, dat binnen een jaar na indiensttreding doet.
In het advies komt de SER met een aantal aanbevelingen die de arbeidsmarkt van de zorg moeten verbeteren. Het gaat onder andere om meer professionele ruimte van en voor zorgmedewerkers met meer vertrouwen in de zorgprofessional, minder regeldruk en meer autonomie voor de zorgmedewerker. Ook meer scholing en ontwikkeling, betere salarissen voor met name groepen met een salarisachterstand ten opzichte van de markt (vooral verplegenden en verzorgenden) en meer regionale samenwerking om de werk-privébalans te bevorderen, komen aan de orde.
SER-kroonlid en hoogleraar sociologie van arbeid en organisatie Romke van der Veen (Erasmus Universiteit) vindt dat ‘het herstel van het vertrouwen in de professional’ het belangrijkste is. Het gaat er hierbij om dat zorgmedewerkers meer zeggenschap krijgen over de inrichting van hun werk, meer mogelijkheden krijgen voor scholing en ontwikkeling en minder te lijden krijgen onder bureaucratische regels.
De SER beklemtoont dat de salarishoogte voor veel zorgmedewerkers niet het belangrijkste probleem vormt. Van der Veen bevestigt dit. “Als je kijkt naar wat mensen zelf aangeven over waarom zij de zorg verlaten, dan is hun salaris vaak geen doorslaggevende factor. Tegelijkertijd speelt het zeker een rol en moeten overheid en sector vanwege de tekorten op de arbeidsmarkt zorgen dat zij een met de markt concurrerend bod kunnen doen.”
Het gaat om hardnekkige en bepaald niet nieuwe problemen waarover het in de zorg vaak al jaren gaat. De hoop van de SER is dat de coronacrisis een mooie aanleiding vormt voor een structurele verbetering. Daarbij doet de SER de opmerkelijke oproep aan de politiek en de zorgsector om alsjeblieft geen nieuwe adviezen meer over dit thema te vragen. Volgens Van der Veen zegt de SER dat extra financiële investeringen in de zorgarbeidsmarkt nodig zijn, maar noemt het adviesorgaan bewust geen bedrag voor de komende regeerperiode. “Dat is echt een politieke keuze.”
Bronnen: NRC, SER