Artikel
12 okt '12
12 oktober '12
2 min

Berekenen hogere AOW-leeftijd moeilijker dan gedacht

Voor het eerst in 55 jaar gaat de AOW-leeftijd vanaf volgend jaar omhoog. Deze maatregel neemt de politiek om de oudedagsvoorziening op termijn betaalbaar te houden en de economie en overheidsfinanciën gezond te maken. Dat de AOW-leeftijd verhoogd wordt zal inmiddels voor iedereen duidelijk zijn. De berekening van de nieuwe AOW-leeftijd kan echter vragen oproepen.

Verhoging
Het optrekken van de AOW-leeftijd zal geleidelijk aan plaatsvinden. In 2013 komt er een maand bij, het jaar erop weer een en in 2015 weer een. Daarna worden de jaarlijkse stapjes wat groter. In 2018 komt de AOW-leeftijd uit op 66 jaar. Daarna volgt een verdere stijging, zodat de ingangsdatum in 2021 67 jaar bedraagt. Daarna zal de AOW-leeftijd mee stijgen met de levensverwachting.

De geboortemaand bepaalt het moment waarop iemand AOW ontvangt, daarbij is afgesproken de AOW-leeftijd maar één keer per jaar aan te passen. Dat laatste maakt het berekenen van de AOW-leeftijd minder simpel dan het lijkt.

Simpel, toch?
In theorie is het berekenen van de hogere AOW-leeftijd heel eenvoudig. De praktijk blijkt weerbarstiger. Om een voorbeeld te geven: iemand die in december 2013 65 wordt, moet niet een, maar twee maanden langer wachten op zijn AOW-uitkering. Door de pensioenleeftijdverhoging van 2013 (een maand) komt hij namelijk uit in 2014 en dat betekent een maand extra. Geen hogere wiskunde, maar wel een punt om rekening mee te houden.

Rekenhulp
Om het u makkelijk te maken heeft de Sociale Verzekeringsbank een tool ontwikkeld waarmee u eenvoudig de juiste AOW-leeftijd kunt berekenen.

Bron: www.ornet.nl