Zomaar een willekeurige middag. Mijn hersenen kraken. Ik moet nog een column schrijven voor ons magazine Driessen PERSoonlijk. Het thema is marktwerking. Binnen de publieke sector, het onderwijs en de zorg een erg belangrijk en heikel thema. Een thema met grote gevolgen voor het HRM-beleid, dus zeker de moeite waard om iets zinnigs over te schrijven. Maar ja, wat zal ik daar nou eens van zeggen? Moet natuurlijk lollig en origineel zijn, met een relevant bruggetje op het einde. ‘Zo voelt een writersblock dus’, denk ik bij mezelf. En dan hoor ik ineens een schrikbarend nieuwtje, dat mijn wereldje op zijn kop zet. Het zal me toch niet gebeuren, hè?
Heb ik net een beetje een mooie positie voor mezelf verworven, krijg ik concurrentie. Natuurlijk moet ik uitstralen dat ik niet bang ben voor concurrentie. Ik hoor mezelf daadkrachtig zeggen: ‘Bang? Nee hoor, concurrentie houdt me scherp!’ Ondertussen hoop ik dat niemand mijn klamme handjes ziet. ‘Vanzelfsprekend had ik dit al wel aan zien komen. Een dominante positie is mooi, maar je weet dat het van tijdelijke aard is. Succes wordt gekopieerd, hè?’, bluf ik mezelf een slag in de rondte. ‘Ha, ik presteer het beste als ik onder grote druk werk!’, doe ik er nog een schepje bovenop, hopend dat deze stoere taal de geur van angstzweet onderdrukt. Mijn ogen gaan schichtig op zoek naar de nooduitgang, aangezien ik niet de indruk heb dat mijn collega’s mijn verhaal geloven. Ik haat marktwerking!
U maakt zich inmiddels natuurlijk al een beetje zorgen, nietwaar? ‘Het zal toch niet waar zijn dat Driessen HRM_Payroll moeite heeft om de competitie bij te benen?,’ hoor ik u denken. Ik kan u gerust stellen: met Driessen HRM_Payroll gaat het uitstekend. Nee, ik maak me zorgen om mijn eigen positie als vaste columnist van ons relatiemagazine Driessen PERSoonlijk! Zomaar, uit het niets heb ik te maken met een geduchte concurrente. En ook nog eens uit onze eigen Driessen-familie, het moet toch niet gekker worden. Een vrouwelijke collega van me schrijft namelijk ook columns. Columns die blijkbaar serieus worden genomen, aangezien de eerste geplaatst gaat worden in een damesblad! Haar columns gaan over mannen, daten, stappen, relaties en alles wat vrouwelijke lezers (schijnbaar) bezighoudt. In feite gaan ze, net als mijn columns, over mensenwerk. Paniekerig vraag ik mezelf af: ‘Ze zal toch niet mijn column over willen gaan nemen? Wat gebeurt er als ze eigenlijk veel beter schrijft dan ik? Hoe durft ze? Zou ik een ingezonden brief moeten sturen, waarin ik mijn gekwetste mannelijke ego voorleg aan de huispsycholoog?’. Plotseling verman ik mezelf. Het heeft geen zin om te klagen. Het is zoals het is. Ik ga me toch niet de kaas van het brood laten eten?!
Plots realiseer ik me dat mijn writersblock als sneeuw voor de zon is verdwenen. Bovenstaande column heb ik zomaar ingeklopt op mijn PC. Nooit gedacht dat ik zo snel zo’n leuke column kon schrijven, al zeg ik het zelf. Hoe dan ook, ik hoop dat deze column goed genoeg is volgens u als lezer, want dan mag ik ook volgende keer weer een stukje schrijven. Zou marktwerking dan toch goed zijn voor mij? En misschien, heel misschien ook voor de publieke sector?
drs. Jeroen Driessen
jeroen.driessen@driessen.nl